Marjan van Zwieteren was 40 jaar office manager bij STT: 'Een unieke stichting'
‘Veertig jaar is een hele lange tijd. Ik werkte altijd met heel veel plezier bij STT. Mensen vroegen mij wel eens: “Wordt het niet eens tijd dat je naar een andere baan uitkijkt?”. Maar het was enorm afwisselend. Ik werkte met zoveel verschillende mensen en heb ook veel bijzondere mensen ontmoet, tot aan leden van het Koninklijk Huis toe. Dat zorgde ervoor dat mijn baan leuk, maar ook uitdagend bleef. Dan hoef je toch niet op zoek naar wat anders?’
Marjan van Zwieteren begon in december 1972 bij STT als secretaresse van André Sjoerdsma. ‘Voor hem heb ik de langste tijd gewerkt, 19 jaar. STT bestond toen pas vier jaar en zat in een groeifase. Willy Wilbers was de enige secretaresse, er was één projectleider en een directie-assistent die André Sjoerdsma qua werkzaamheden ondersteunde. Maar op het moment dat er meer projecten werden uitgevoerd en als gevolg daarvan ook meer projectleiders werden aangenomen, groeide het werkaanbod en was uitbreiding noodzakelijk.'
De jaren zeventig
'In de jaren zeventig ging het er bij STT formeel aan toe. Van tutoyeren was geen sprake. Ook tegen André Sjoerdsma zei ik natuurlijk netjes “meneer” en “U”. Dames droegen een jurk of een rok op kantoor. Nooit een lange broek. Je kunt je dat nu allemaal niet meer voorstellen. De manier van werken is ook niet meer te vergelijken met nu. Wij kregen het typewerk van de directeur en projectleiders uitgeschreven op papier en typten dat keurig op de typemachine uit. Tijdrovend, zeker als we wijzigingen in de teksten moesten aanbrengen of wanneer we het hele document opnieuw moesten typen. Computers waren er immers nog niet. Halverwege de jaren zeventig kregen we een “tekstverwerker”, dat scheelde veel onnodig typewerk. Op dat gebied liep STT vooruit, zeker in vergelijking met andere organisaties. Logisch natuurlijk, de projectleiders joegen dit soort ontwikkelingen aan, André Sjoerdsma was er alert op en door de samenstelling van het Algemeen Bestuur zaten we wat betreft technologische ontwikkelingen natuurlijk bovenop het vuur.'
De jaren tachtig
'STT was in die tijd volop in beweging. We groeiden naar vier projectleiders, Willy Wilbers was inmiddels opgevolgd door Agaath van der Kamp en met de komst van Rosemarijke Otten werd het secretariaat uitgebreid. Mijn werkzaamheden schoven ook op. Zo kreeg ik er personeelszaken en de financiële administratie bij. Ook was ik nauw betrokken bij het project Techniek voor ouderen. André Sjoerdsma kende Rita Blom, ingenieur en lid van het hoofdbestuur van het KIVI. Ze nam het project op zich maar omdat zij in Geldrop woonde, werd ze projectleider op afstand. Techniek voor ouderen was een extra project, de projectleiders bij STT hadden allemaal hun eigen project, dus werd besloten dat ik assistente van Rita werd. Ik vond het een leuk project, boeiend en ook voor een niet-techneut te begrijpen. Rita stuurde mij enorme lappen met de hand geschreven teksten. Het was veel werk, maar een erg leuke afwisseling van mijn dagelijkse werkzaamheden.'
De jaren negentig
'In 1991 ging André Sjoerdsma met pensioen en Herman de Cock volgde hem op. Dat was even wennen natuurlijk, maar we konden het snel goed met elkaar vinden. Erik van de Linde werd in 1995 zijn opvolger. Weer een heel andere persoonlijkheid. Hij was een stuk jonger dan zijn voorgangers en had natuurlijk ook andere ideeën. Hij had een tijd in de Verenigde Staten gewoond en gewerkt en bracht die ervaringen mee naar STT. Het was een dynamische tijd, niet alleen binnen STT, maar ook daarbuiten. Het internet kwam op en we werkten inmiddels allemaal met computers. Het was ook Erik die vond dat ik de bestuursvergaderingen moest bijwonen en verslaan. De directie-assistent had inmiddels ook het computersysteem onder zijn beheer en dat kostte veel tijd. Ik vond het leuk dat ik het vertrouwen kreeg om de bestuursvergaderingen te notuleren. Die vergaderingen waren interessant en informatief.'
'STT bestond in de jaren negentig uit gemiddeld tien personeelsleden. En die zorgden voor veel werk. Erik liet mij steeds meer dingen doen en zo schoof ik van secretaresse steeds meer de kant op van office manager.'
De jaren ‘nul’
'In het jaar 2000, toen Erik van de Linde bij STT vertrok, werd Hans van der Veen de nieuwe directeur. Weer een heel andere persoon waar ik heel fijn mee heb samengewerkt. Erik was wat strenger, Hans was wat gemakkelijker.'
De jaren tien
'Na Hans van der Veen werd Pierre Morin in 2010 onze nieuwe directeur. Pierre werkte daarvoor bij het Ministerie van OC&W op de afdeling Wetenschapsbeleid. Hans en Pierre kenden elkaar door gezamenlijke vergaderingen en projecten. Heel lang heb ik niet met Pierre gewerkt, want in maart 2013 ging ik met pensioen.'
'Alle vijf directeuren waarmee ik heb gewerkt, waren sociale directeuren. Ze stonden achter ons en waren er voor ons, zeker voor de secretaresses. Dat is mede de reden geweest dat het bij STT nooit een “duiventil” is geweest. Natuurlijk zullen andere aspecten daar ook een rol bij hebben gespeeld, maar het gevoel gewaardeerd te worden, was heel belangrijk.'
Mooie naam
'Wat ik heel bijzonder vind aan STT is dat een kleine, betrekkelijk onbekende club, met in verhouding weinig financiële middelen, altijd zoveel grote bedrijven en organisaties heeft aangetrokken. Goed dat die mensen het belang van STT inzagen. STT was ook een mooie naam op de CV’s. Alle projectleiders hebben na afronding van hun projecten goede banen gekregen. Van sommigen lees ik wel eens iets in de media, of ik hoor hen op de radio of tv als hun mening over een bepaald onderwerp wordt gevraagd. Concluderend kan ik zeggen dat ik in al die veertig jaar veel interessante mensen heb ontmoet en daar ben ik STT dankbaar voor.'