Essays over Nederland Normaal
In het kader van het project 4 x Nederland Normaal zijn young professionals uitgenodigd om een persoonlijk essay te schrijven over de vraag “Hoe kan ons dagelijks leven eruitzien na de coronacrisis?”. Onder de inzenders waren enkele leden van YoungSTT.
.
Bas Knaapen
Thuiswerken, het gevolg van Corona en een oorzaak van verandering
We moeten langzaam werken naar ‘het nieuwe normaal’. Zo sprak Minister-President Mark Rutte het volk toe tijdens zijn persconferentie op 31 maart 2020. Het nieuwe normaal, wat is dat eigenlijk? Houdt iedereen voortaan 1,5 meter afstand, geven we elkaar nooit meer de hand of zijn er nog grotere veranderingen in het post-corona tijdperk?
Dat laatste is plausibel. Een samenleving die dusdanig ontwricht wordt als de onze nu, zal nooit meer helemaal hetzelfde zijn. Dit klinkt heftig en negatief, maar dat hoeft niet vanzelfsprekend het geval te zijn. Door nieuwe omstandigheden kijken we anders naar onze huidige manier van samenleven, dit geeft kansen en dwingt ons als samenleving om nieuwe dingen te proberen. Laat corona het externe effect zijn dat ons land in een innovatieve stroomversnelling brengt.
Oog met tekst 4x Nederland NormaalHoe ziet deze stroomversnelling er dan uit? Een deel is gissen, maar er zijn ook al wat veranderingen zichtbaar. We zitten op het moment van schrijven ongeveer 7 weken in een ‘intelligente lockdown’. We blijven zoveel mogelijk thuis en mijden sociale contacten. Wat we niet mijden, zijn digitale vergadertools. Zelfs de grootste digibeet werkt inmiddels met Microsoft Teams, Zoom, Google Hangout of Webex. Het gaat niet allemaal direct van een leien dakje, maar zelfs de grootste pessimist moet toegeven dat het ‘thuis vergaderen’ ook wel wat efficiëntie voordelen kent. Flitsmeister B.V. bracht de gevolgen van het thuiswerken in kaart. Deze waren op z’n zachts gezegd groot. Na één week lockdown reden we gezamenlijk 38% minder kilometers, waren er 99% minder files en 63% minder ongevallen. Ineens lijken problemen zoals stikstof en CO2 oplosbaar. Al met al zien steeds meer mensen in dat thuiswerken mogelijk is en zien we de voordelen van het verminderde weggebruik. 1 en 1 is in dit geval gewoon 2, het lijkt me sterk dat we na deze crisis weer met z’n allen 5 dagen per week op kantoor gaan zitten. Ik denk eerder dat er een enorme aanbodgroei in digitale tools zal plaatsvinden. Denk aan VR-vergaderingen en digitale kantoren. De huidige ‘thuiswerk innovatie’ zal echt niet ineens stoppen op het moment dat het virus uit de lucht is.
Maar hoe zit dit dan met de trein? Gaan we die ook minder gebruiken? Dat zit er wel in. Ten eerste om dezelfde reden als dat we minder in de auto gaan zitten. Thuiswerken kan prima. Waar het autogebruik ontmoedigd wordt door klimaat en filefactoren, zal het treinreizen rechtsreeks worden beïnvloed door het coronavirus. Willen we na de uitbraak van een dodelijk virus straks nog hutjemutje in een trein zitten? Dat is de vraag. Om dit te voorkomen zullen treinen met tijdsloten moeten gaan werken. Het nationale treinverkeer zal niet meer onbeperkt toegankelijk zijn met een ov-chipkaart, maar mensen moeten een kaartje kopen voor een bepaald tijdstip op een bepaald traject. Dit gaat ook invloed hebben op de treinervaring. Deze zal zich meer gaan richten op luxe, comfort en recreatieve doeleinden. Ik ziet het wel gebeuren dat we teruggaan naar kleine coupés van 4 tot 6 personen, met privacy en meer individuele ruimte. Zo kan de trein zijn meerwaarde ook beter aantonen ten opzichte van het vliegtuig. Als het qua comfort nog beter wordt en iedereen verzekerd is van een zitplaats, dan staat alleen een internationaal sterk spoorwegennetwerk en een lagere ritprijs de opmars van de trein ten opzichte van het vliegtuig in de weg.
Want één ding is zeker, als er één sector is die geraakt wordt door het coronavirus dan is het wel de luchtvaart. Op dit moment is Schiphol een soort veredelde parkeerplaats in plaats van een internationaal vliegveld. Wel ziet Schiphol de Cargovluchten stijgen. Schiphol zorgt er mede voor dat de hele wereld beschikt over mondkapjes en medicijnen. Misschien zit daar meer toekomst in dan in het vervoeren van passagiers. Want net als bij treinreizen geldt voor vliegen de vraag: willen we straks nog met 150 man in één vliegtuig 5 uur lang op elkaar zitten? De opmars van digitale vergadertools heeft ook invloed op de vluchtprijzen. Voor de coronacrisis vlogen er maar liefst 60! vluchten per dag van Amsterdam naar Londen. Dit was grotendeels voor zakelijke vluchten. Zakelijk vliegen zal een enorme terugslag tegemoet zien. Bedrijven hebben hier meerdere redenen voor: Gezondheid van werknemers, beperken van hun ecologische voetstap en niet te vergeten: economische redenen. De coronacrisis heeft grote economische gevolgen en zakelijk vliegen is, nu er met onlinevergadermethoden alternatieven zijn gevonden, een logische bezuiniging. Dit heeft ook zijn effect op passagiersvluchten. Luchtvaartmaatschappijen kunnen de prijzen van normale vliegtickets laag houden door het geld van dure zakelijke vluchten. Als er minder zakelijke vluchten zijn, zal de individuele ticketprijs stijgen. Een ticket naar Rome voor 5 tientjes is daarmee echt verleden tijd. Passagiersvluchten nemen dus af, wat weer invloed heeft op vrachtvervoer. Deze kunnen volledig anders worden vormgegeven. Moet een pakketje vanuit China met een vliegtuig worden vervoerd, of kan dit ook met een drone? Dit zijn belangrijke vraagstukken voor de toekomst.
Als we terugkomen op de persconferentie van Mark Rutte valt er iets op. Hij heeft het over het werken naar het nieuwe normaal. Maar zitten we niet al in het nieuwe normaal? Zijn wij, de gewone werknemers niet al 6 weken lang bezig met het nieuwe normaal? Is het nieuwe normaal niet gewoon: werken vanuit thuis? Op het moment dat wij allemaal thuis werken, dan komen de veranderingen. De weg zal minder vol zijn met als gevolg minder CO2 uitstoot, files en ongevallen. De trein kan eindelijk écht het duurzame alternatief worden voor het vliegtuig. En luchtvaartmaatschappijen zich kunnen richten op duurzame Cargovluchten. Zo wordt thuiswerken, een van de eerste gevolgen van het coronavirus, ineens de oorzaak van de grote veranderingen in de infrastructuur.
Bas Knaapen
Communicatieadviseur NGinfra
Robin Neef
De infrastructuur van het dagelijks leven
Om te weten waar je naartoe gaat, moet je weten waar je vandaan komt. Om vooruit te kijken naar post-Corona, kijken we terug naar pre-Corona. Zomaar de start van een gemiddelde doordeweekse dag: je wordt wakker, doet het licht aan, gaat naar de wc en stapt onder de douche. Daarna, tijdens het ontbijt, vertelt de radio, tv, smartphone, of podcast je wat je wilt weten over de wereld. Je gaat onderweg; op naar je onderwijsinstelling, die van de kinderen, of naar werk. Met de fiets, trein, auto of andersoortig. Of, ga je toch niet onderweg, door vrijwillig of verplicht thuis te werken? En, laat je ook later op de dag je boodschappen en winkelpartijen thuisbezorgen, bijvoorbeeld per elektrische fiets, busje of drone?
Pre- en post-Corona gaan beiden over fysieke infrastructuur. Al voordat je het eerste uur van je dag door bent, heb je op directe wijze gebruik gemaakt van vijf verschillende infrastructuren. Pre- en post-Corona verschillen in de sociale wensen aan die infrastructuur. We mogen namelijk verwachten dat ex durante Corona wijzigingen deels beklijven, en deels niet. Bijvoorbeeld, piekt de vraag naar rioolwater-afvoercapaciteit, verandert de capaciteitsvraag op Rijks- en spoorwegen, decentraliseert de energievraag waardoor energienetten lokaal uitgebreid moeten worden, en hoe veranderen milieuwensen en beïnvloeden die de ontwikkeling van infrastructuur? Dus, gegeven enerzijds de veranderlijkheid van sociale wensen, maar anderzijds de onveranderbaarheid van fysieke infrastructuren, moet de fit tussen beiden nauw worden bewaakt. Anders zit de Nederlander nog decennia met infrastructuren gemaakt door vorige generaties die wensen suboptimaal dienen. En, omdat crises zowel bedreigingen als kansen bieden, lijkt de Corona-crisis een belangrijk moment om die fit te (her)beschouwen. Dat biedt geen ruimte voor tabula rasa denken: veelal wordt fysieke infrastructuur grotendeels ‘af’ geacht en verschuift het denken van ontwikkeling naar herontwikkeling. Van aanleg naar vervanging, naar een (toekomstgerichte) planologie van het bestaande. Dus, binnen onveranderbaarheid en buiten tabula rasa: waartoe is de Corona-crisis een kans voor (de herbezinning op) de fit tussen sociale wensen aan fysieke infrastructuren?
Voor een kans geldt dat er sprake moet zijn van een situatie én een doel, een nader in de toekomst te realiseren iets. Probeer eens een voorstelling te maken (voorspellen kan immers niet) van infrastructuren die duurzaam in huidige en toekomstige wensen voorzien: wat faciliteren die wel en niet? Naast directe antwoorden enerzijds (zoals mobiliteit, energiedistributie, watertoevoer en afvoer) en haar directe kenmerken anderzijds (zoals een infrastructurele lengte van kilometers spoor-, vaar-, en Rijkswegen), zouden fundamentele aspecten moeten worden voorgesteld. Denk aan veiligheid, betrouwbaarheid, kosten-efficiëntie, en de milieu-effecten van het doorontwikkelen van infrastructuur en het gebruik dat daardoor wordt gefaciliteerd. Welke kansen biedt de Corona-crisis voor deze aspecten? Ik licht er twee toe.
Veiligheid. Primo inter paris van de fundamentele aspecten: een zeer kleine kans op ongevallen, al dan niet dodelijk, is randvoorwaardelijk voor het gebruik van infrastructuur. Coronamaand maart 2020 lijkt een halvering van het aantal verkeersongelukken op de weg te laten zien.
Echter, gravend in de details, valt te vinden dat zo’n 40% thuiswerkt (voorheen 6%) en iets meer dan 10% niet werkt t.o.v. vóór de Corona-crisis. Ook niet werk-gerelateerd transport is nu minder en ook het verminderde gebruik van openbaar vervoer lijkt, volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), niet na de crisis te gaan beklijven. Rapporteren dat de Corona-crisis goed is voor de verkeersveiligheid, lijkt een waarheid voor korte termijn in absolute aantallen, maar niet op de lange termijn in relatieve aantallen. Als de anno april 2020 geldende Coronamaatregelen worden versoepeld, zou de mobiliteit weer kunnen aantrekken en zodoende de verkeersonveiligheid. Het benutten van de crisis als kans voor veiligheid lijkt daarom: voorkom ongevallen, reis minder.
Het voorliggend dilemma: ontstaan er post-Corona meer, of minder voertuigkilometers? Hoe blijvend zijn de mobiliteitsafname-effecten? Enerzijds rapporteren veel thuiswerkenden dat ze genieten van de tijdswinst door reistijdbezuiniging. Anderzijds rapporteert het KiM dat Nederlanders aanzienlijk negatiever zijn over het openbaar vervoer t.o.v. vóór de Corona-crisis. Ook is het percentage dat vaker thuis verwacht te werken vergelijkbaar met het percentage Nederlanders door de Corona-crisis minder of niet werken. Dit kan betekenen dat, post-Corona, autovoertuigkilometers terugkeren op huidig niveau, of misschien wel stijgen. Ook in China, het land waar Corona eerder begon en eerder lijkt te eindigen dan in Nederland, lijkt zich een post-Corona situatie te ontvouwen met een aanzienlijke modal shift van openbaar vervoer naar auto-gebaseerd transport. Zo lijkt een situatie te ontstaan waar mogelijk wel meer thuiswerkers ontstaan, maar dat dit ten koste kan gaan van het aantal mensen in het openbaar vervoer. Gegeven het openbaar vervoer veiliger is, maakt de Corona-crisis anno 2023 Nederland misschien verkeersonveiliger. Om nog maar te zwijgen over aanpalende aspecten, zoals de betaalbaarheid van het OV: aangenomen dat stedelijk Nederland gedijd bij OV en ruraal Nederland bij auto, is voorstelbaar dat de automobiliteitsstijging ontstaat in ruraal Nederland, waardoor de ‘last mile’ gebruikers dalen en dus het OV per capita duurder wordt. En dan hebben we het ook nog niet eens gehad over de milieu-effecten (autovervoer is immers vervuilender dan het OV).
Energie en Milieu. Onder angst voor financieel en gezondheids-gebaseerd voortbestaan, sneuvelt de tocht naar de onzekerheid van verandering. De Corona-crisis heeft een urgenter karakter dan de belangrijke milieuproblematiek. Waar er vandaag of morgen Nederlanders hun baan kunnen verliezen of kunnen overlijden, is een onomkeerbare onleefbaarheid van de Aarde een situatie die zich manifesteert in het ‘na overmorgen’. Bijvoorbeeld, het Havenbedrijf Rotterdam dankt grofweg de helft van haar omzet aan fossiele producten. Ook wil het Havenbedrijf zich vergroenen, maar het is onmogelijk om deze verandering van de ene op de andere dag te bewerkstelligen: daar is te veel areaal (sunk cost) en zijn te veel belangen mee gemoeid: de gehele onderling vervlochten toeleveringsketen, haar areaal, en vaardigheden van of het personeelsbestand zelf moet daarvoor veranderen. Weerstand in die verandering is voorstelbaar.
Daarom valt de boot zo gemakkelijk te missen op milieu: waar pro-milieumaatregelen zoals brandstofaccijnsverhoging en hernieuwbare energie minima ontstaan, ontstaan ook tegenbewegingen zoals gele hesjes en nepnieuws. Waar het (Pareto) win-win zoeken laaghangend fruit betreft (nl. milieu gaat erop vooruit zonder ten koste te gaan van economie en gezondheid en v.v.), zijn de wederzijds uitsluitende keuzen de ware dilemma’s. Bij die dilemma’s is de vraag hoeveel pijn we vandaag of morgen kunnen lijden, om er na overmorgen warm bij te zitten? Of positiever: welke “situatie-en-doel” combinatie moet, ondanks de korte termijn adverse effecten, worden benut? Zo kent Schiphol in de tweede helft van maart 2020 een passagiersdaling van 83% en vluchtdaling van 66%. Het Havenbedrijf Rotterdam verwacht 20% daling van de overslag en constateerde in Q1 2020 zelfs meer dan 30% daling van olieproducten. Het laaghangend fruit wordt reeds geplukt, zoals Schiphol die onderhoud versnelt en de bouw van de nieuwe pier uitstelt. Maar moet in 2023 niet de vliegbeweging-begrenzing naar beneden worden bijgesteld? Moet draagvlak daarvoor worden gemobiliseerd door de mobiliteit van de hypermobielen te begrenzen en vakantie in eigen land te bevorderen, met de Corona-crisis als aanleiding? Moet het Havenbedrijf (en haar aandeelhouders) nu investeren in het areaal en een keten met minder olieproducten?
Anticiperen. De mens handelt naar wat zij zich voorstelt. Als onze voorstelling een onveilige en vervuilende post-Corona samenleving betreft, dan is het tijd voor actie. Waar we naartoe gaan, hangt af van waar we vandaan kwamen: anno 2025 moet thuiswerken meer zijn bestendigd dan anno 2019, maar niet ten koste van een modal shift of grootschalige nadelige effecten. Dat vereist om over de sectorale infrastructuren heen te kijken: als weg kijkt naar weg, en spoor naar spoor, zijn we blind voor (sociaal-)ruimtelijke en cross-sectorale gevolgen van een modal shift en uitvlakking van the last mile. Want dat is wat infrastructuur ook doet: het manifesteert sociale waarden. Sociale waarde zoals inclusie en rechtvaardigheid, waar infrastructuur Nederlanders voorziet in voldoende, onderling gelijkwaardig, of evenveel bereikbaarheid ongeacht of ze vertrouwen op openbaar vervoer of automobiliteit. Sociale waarde die leiden tot vragen welk doel infrastructuur dient: nut, inclusie, milieu, of allemaal? En vertalen die waarden zich enkel in capaciteit(begrenzingen) van vliegtuigbewegingen, vergroening van havenareaal en -ketens, of betreft het een welvaart-welzijn mindsetshift zijn? Het bezinnen op voorstellingen van die sociale wensen en waarden, en het vertalen naar interventies in fysieke infrastructuur, dat is hoe we anno 2025 hebben nagedacht over welke veranderingen van de Coronamaanden van 2020 we actief hebben weten te bestendigen.
Anno 2025, na de Corona-crisis, doen we nog steeds het licht aan, gaan we nog steeds naar de wc en douchen we nog steeds. Radio, tv, smartphone of podcast brengen ons nog steeds informatie, en we gaan nog steeds onderweg en werken nog steeds thuis. We laten nog steeds bezorgen, en we gaan er ook nog steeds op uit. Er is immers geen tabula rasa. Maar de olietanker die infrastructuurplanning is, laten we niet de boot missen, en sturen we dus een tikkie bij: onderhouden, een groene modal shift, en altijd gevoel voor de onderlinge verbindingen tussen (infrastructuur)systemen.
Robin Neef
PhD Researcher, University of Groningen
1. In indirecte zin houden verscheidene waterwerken de voeten droog, zorgen vaarwegen ervoor dat je pakketje überhaupt aan de deur bezorgd kan worden, en is de optie tot gebruik ook van waarde.
2. Fysieke infrastructuren hebben lange levenscycli, enorme sunk cost, en vormen pad-afhankelijkheden: eenmaal aangelegd, veranderen ze niet gemakkelijk (ze zijn inert).
3. Dit zegt niet dat infrastructuur een doel op zich is. Infrastructuur dient een doel, in plaats van dat het een doel op zich is.
4. De gemiddelde ‘De Slimste Mens’ kijker kan je vertellen dat de directe antwoorden nog lang niet zo simpel zijn.
5. Immers, het zijn niet alleen sociaal-economische ontwikkelingen die infrastructurele vraag vormengeven, maar ook infrastructurele ontwikkelingen die sociaal-economische vraag vormen
6. Waar economie en milieu geen valse dichotomie hoeven te zijn (te vroeg economische maatregelen opheffen betekent een tweede lockdown en dus meer economische schade), kan dat wel (vervuilende productie en transport van verre landen tegenhouden kan duurdere productie ten gevolge hebben).
7. En ook andere infrastructuurbeheersorganisaties, vb. ProRail & Rijkswaterstaat.
8. Anticiperen en voorstellen is begrensd. Grof gezegd, naarmate de graad van grote potentiele toekomstige disruptie toeneemt, neemt voorstelbaarheid af: de zogenaamde zwarte zwanen. Stevige disruptie is voorstelbaar (vb. hyperloops), maar anticiperen op het onvoorstelbare, en daarmee wendbaar, veerkrachtig en responsief zijn, is ook belangrijk. Omwille van bondigheid en afbakening ben ik niet op die redeneerlijn ingegaan.
Joep Schaper
Er is geen weg terug naar normaal
Globalisering heeft Nederland grote welvaart gebracht, producten van over de hele wereld en de middenklasse de kans gegeven de verste uithoeken te bezoeken. Globalisering vergroot echter ook de kans op een pandemie. Met SARS en Ebola is Nederland nog goed weggekomen, maar nu is het dan toch zo ver met COVID-19. Ondanks het feit dat dit altijd tot de mogelijkheid behoorde, hebben we geen idee hoe de samenleving hiermee om zou gaan en hoe het leven tijdens en na een pandemie eruit ziet. Dat komt deels doordat iedere ziekte anders is qua besmettingsgraat, dodelijkheid en risicogroep en deels doordat we dit in ons leven nog nooit hebben meegemaakt. Nu we iets meer weten over het Coronavirus kunnen we nadenken over de gevolgen op de langere termijn. Ik schrijf ‘nadenken’, maar eigenlijk is het meer fantaseren, want we weten vooral nog heel veel niet en de toekomst laat zich niet voorspellen. Ik zal mij proberen te richten op de menselijke gevolgen, al staan die niet los van grotere ontwikkelingen rond het virus, zoals gezondheidsgevolgen, economische gevolgen en maatregelen van de overheid. Ik maak een keuze van wat mij de belangrijkste menselijke gevolgen lijken, gevolgen voor de kwaliteit van leven. Deze orden ik als gezondheidsgevolgen, maatschappelijke gevolgen en economische gevolgen. Ze zijn gebaseerd op wat ik nu om mij heen zie gebeuren. Veel verder in de toekomst kijk ik niet, omdat ik verwacht dat deze periode nog wel een tijd zal duren en we de gevolgen hiervan ook nog lang zullen blijven voelen.
Gezondheidsgevolgen
Tijdens en na Corona zal de gezondheid van mensen op meerder manieren in gevaar komen. Ten eerste natuurlijk voor de mensen die Corona hebben, maar ook voor mensen die de ziekte niet krijgen. De gezondheidszorg is voornamelijk met de gevolgen van Corona bezig, waardoor andere behandelingen worden uitgesteld, door de isolatie en social distancing vindt er vereenzaming plaats voornamelijk bij ouderen en alleenstaanden. Het huiselijk geweld neemt toe, omdat mensen in een slechte thuissituatie deze niet kunnen ontvluchten door thuiswerken of andere vormen van afleiding. Ook zorgt de angst bij mensen om zelf Corona te krijgen, of om geliefden te verliezen aan de ziekte voor stress. Mensen in vitale beroepen maken overuren en hier wordt ook ernstig rekening gehouden met uitvallen door burn-out-verschijnselen. Kortom, gevolgen voor de gezondheid van mensen heeft niet alleen te maken met het wel of niet krijgen van Corona en zullen zelfs als er op korte termijn een vaccin komt nog een lange nasleep hebben.
Maatschappelijke gevolgen
In deze tijd van social distancing zoeken mensen contact met elkaar via allerlei online platformen. Deze zijn ontzettend belangrijk, omdat mensen sociale dieren zijn. Er is een herwaardering te zien voor de belangrijke dingen in het leven: gezondheid, contact met naaste vrienden en familie. Ook leeft er in het land als geheel een gevoel van saamhorigheid. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en we erkennen het harde werk van de mensen in vitale beroepen en de risico’s die zij daarmee lopen voor hun eigen gezondheid. Er is voor ze geklapt en iedereen is ervan doordrongen.
Tegelijkertijd staat de samenleving onder spanning. Waar mensen keren naar de mensen die ze kennen en vertrouwen lijkt er wantrouwen te ontstaan naar anderen. Mensen met een Aziatisch uiterlijk worden vaker beledigd en uitgescholden, in de supermarkt werd ruim een week lang gehamsterd en er ontstaan ruzietjes tussen mensen over genoeg afstand houden in de openbare ruimte. Mensen nemen hun angst en stress die ze ervaren mee als ze naar buiten gaan en er staat voor ze ook iets op het spel, gezien de hoge mate van besmettelijkheid. Dit wantrouwen zal niet snel weer minder worden.
Economische gevolgen
Als Corona eindelijk voorbij is, door een vaccin, goede behandelingsmethode of door uitdoving, dan zitten we nog in enorme economische crisis. Anders dan die van 2008 is deze niet de oorzaak van het disfunctioneren van een sector, maar gaat het om de gehele economie. We krijgen te maken met hoge werkloosheid, stijgende overheidsuitgaven/belastingen en daarmee een enorm herverdelingsvraagstuk. Omdat de crisis iedereen raakt en werklozen overduidelijk niet uit luiheid werkloos zijn geworden, kan er draagvlak ontstaan voor meer gelijkheidsdenken. Mensen die wel nog werk hebben zullen veel van hun inkomen af moeten staan om de werkloosheidsuitkeringen te kunnen betalen. Langzaam zal de economie worden opgebouwd en sectoren als de gezondheidszorg en levensmiddelen eerst, luxegoederen en entertainment later. Dit is het gunstige scenario, want er is ook een mogelijkheid dat dit soort vraagstukken tot grote conflicten tussen groepen mensen leiden, al dan niet opgestookt door extreme politieke partijen en Rusland, zoals nu in de VS al lijkt te gebeuren rond de lockdown en de aanpak van het virus zelf.
Kortom, ik denk dat onze levens niet meer hetzelfde zullen zijn. Er is geen weg terug naar normaal, daarvoor is de impact van de gezondhiedscrisis en de economische crisis te groot. Als we de eerste crisis doorkomen moeten we zien hoe het land ervoor staat en zullen we een groot aantal zaken weer moeten opbouwen als na een oorlog, een grote aardbeving of een overstroming. We moeten het leed verwerken, vertrouwen in elkaar terugkrijgen en hard werken om voor iedereen te kunnen zorgen.
Joep Schaper
Sociaal en Cultureel Planbureau, Young STT
Jaap Dinkelman
Post-corona Jaap
Om middernacht begint mijn 36e verjaardag. De hevigheid van het coronajaar ligt inmiddels achter ons en langzaamaan vergeten we de collectieve beperkingen en de nasleep hiervan. Een hand, een knuffel en een kus mogen weer en de kans op besmetting is nihil. Het virus is in Nederland zo goed als verdwenen, maar er zijn landen waar af en toe weer een nieuwe brandhaard voorkomt. Ik ben blij dat het ergste voorbij is en dat mijn familie en ik er zonder kleerscheuren doorheen zijn gekomen.
Ik heb mijn verjaardag al jaren niet gevierd, ik vond het nooit zo boeiend. Wie een biertje met me wilde drinken mocht dat komen doen, maar aan uitnodigingen versturen deed ik niet. Dat is dit jaar wel anders. Het is een warme zaterdagavond, ik heb de zeilvereniging aan het Zwarte Pad op Scheveningen afgehuurd en overal waar ik kijk zie ik vrienden, vriendinnen en familie. Praten, lachen en proosten gaat over een aantal uur over in dansen, zingen en knuffelen. Na het opheffen van de beperkingen heeft het even geduurd maar inmiddels durven mensen weer in grotere groepen samen te komen en ze hebben hier zichtbaar behoefte aan. De social distancing heeft ons uiteindelijk dichter bij elkaar gebracht.
Reizen naar andere landen wordt misschien wel nooit meer hetzelfde, ook niet wanneer er een vaccin is. Met het uitdoven van het coronavirus is een ander virus overgebleven, het milieubewustzijnsvirus. Waar ik vroeger voor een appel en een ei de wereld overvloog, een paar goedkope binnenlandse vluchten nam en met stinkende bussen en tuktuks naar mijn eindbestemming reisde, zijn de vakanties in eigen land en vakanties met duurzaam vervoer tegenwoordig populair. De wereld heeft gezien wat het verminderen van onze ecologische voetafdruk doet voor de planeet. Ook in Nederland ontvangen we minder toeristen, maar nu we allemaal ons vakantiegeld in eigen land uitgeven houden we de toeristische sector eigenhandig overeind. Het is even wennen, maar de eerste road trip door Nederland staat op de planning. Vrienden bezoeken. Op de fiets.
Op kantoor is het nog steeds rustiger dan voorheen. De tijden van verplicht thuiswerken hebben ervoor gezorgd dat werkgevers een nieuw inzicht kregen, iedereen kan thuiswerken. In de vergaderkamers hangen computerschermen, wie niet bij een vergadering aanwezig kan zijn belt in. Waar eerder altijd fysieke aanwezigheid werd verwacht van mensen in ondersteunende functies, overlegmomenten bij de directie of gesprekken met de wethouder, heeft het virus ervoor gezorgd dat niet alleen de technologische mogelijkheden zijn verbeterd maar ook dat de werkgevers voordelen zijn gaan zien.
Bedrijven zien de voordelen van minder mensen op kantoor. Minder mensen, minder kantoorruimte, minder kosten. In het pand waar voorheen alleen KPMG zat, zitten nu nog twee andere grote bedrijven. De panden die leeg achterblijven worden omgebouwd naar woningen waarmee de druk op de woningmarkt voor de komende jaren wordt verlicht. Het virus heeft ook op andere manieren zijn sporen nagelaten op de woningmarkt. Huizen staan leeg omdat de bewoners zijn overleden aan Corona. Verpleeghuizen hebben veel ruimte, wie eerder niet in aanmerking kwam voor een plek kan ineens doorschuiven wat leidt tot nog meer beschikbare woningen. De laatste manier is wat positiever, het aantal alleenstaanden in Nederland is gedaald. We zijn herinnerd aan het belang van andere mensen voor ons sociale welzijn en we gaan massaal samenwonen, alleen met een partner of zelfs met meer personen of gezinnen in een woongroep. Ook ik kan nu eindelijk de stap zetten van mijn huurwoninkje naar een koopwoning met een lekker stuk tuin, samen met mijn vriendin uiteraard.
Een jaar geleden ben ik met mijn promotieonderzoek begonnen. Het onderzoek gaat om de vraag hoe steden omgaan met publieke waarden in relatie tot smart city technologie. Zoals we hebben gezien, zet een crisis de boel onder druk en wordt onder druk alles vloeibaar. Drones, videowagens, tracking apps, gezichtsherkenning. Voor de coronacrisis hield ik de toepassing hiervan in Nederlandse steden niet voor mogelijk. Nu weet ik dit niet zo zeker meer en dat is enorm interessant voor mijn onderzoek.
Voorheen bestudeerde ik mijn constructen vooral door het lezen van ‘recente’ literatuur. Daar staat vrij weinig in over wat een goede crisis doet met de bereidheid van de maatschappij om een stukje privacy, of andere waarden, in te leveren voor de belofte van een betere toekomst. Vaak wordt de tweede wereldoorlog genoemd als meest recente crisis waar de coronacrisis mee te vergelijken is. Veel overheidszaken zijn verbeterd na de oorlog, wellicht is dat dit keer niet anders. De coronacrisis heeft een aantal dingen noodzakelijk gemaakt, neem het delen van locatiegegevens door Google aan de EU. Ik vraag me af of we dit in vredestijd goed hadden gevonden, maar nu het er is zou het best nuttig kunnen zijn om andere doelen mee te bereiken.
Toch hoop ik dat de ontwikkeling de andere kant op gaat. Bijna de hele wereld heeft tijdens en na de coronacrisis gezien wat de mogelijkheden zijn van de techreuzen. Ze hebben meer informatie dan ik persoonlijk prettig vind en gezien de discussies op tv en het nieuws ben ik daarin niet alleen.
In de eerste plaats hoop ik dat de gemiddelde techgebruiker zich laat informeren over welke gegevens hij of zij nou eigenlijk afstaat en, wat je daar maar voor terugkrijgt. Smart home applicaties zijn 20 jaar geleden al bedacht, maar zouden in die eerste gedachtenvorming alleen het welzijn van de bewoner stimuleren. Tegenwoordig zijn deze applicaties er maar is het nog maar de vraag of de bewoner er daadwerkelijk profijt van heeft. Volgens mij is het niet voor niets dat mensen die goed op de hoogte zijn van hoe smart applicaties werken er zeer terughoudend mee omgaan.
Terug naar mijn onderzoek. Ik hoop dat de uitkomst over drie jaar is dat steden in toenemende mate terughoudend omgaan met de implementatie van smart city applicaties. Toegegeven, sommige beleidsdoelen zijn net wat minder makkelijk te realiseren maar je geeft je bewoners er wel een stukje vrijheid en onbezorgdheid voor terug.
Jaap Dinkelman
Gemeente Den Haag, Young STT
Wieke Haakma & Nanda van der Stap
Post-corona weet iedereen: vroeger was inderdaad alles beter
‘Eigen haard is goud waard’, ‘Bloed is dikker dan water’, Beter een goede buur dan een verre vriend; het lijken misschien achterhaalde concepten in het tijdperk waarin de gemiddelde twintiger kan vertellen over haar wereldreizen, en waarin sociale contacten voor een belangrijk deel bepaald worden door digitale berichten uitwisselen met vrienden. Door het SARS-Cov-2 coronavirus denken we hier ineens massaal heel anders over. We merken dat juist onze sociale contacten nu zo belangrijk zijn. De verplichte 1.5 meter afstand tussen personen lijkt groter dan we ooit hadden kunnen denken. Buren kunnen tijdens verplichte quarantaine, of zelfs ziekbed thuis, een onmisbare rol spelen in het voorzien in levensbehoeften. En wat blijkt men het meest te missen nu sociale contacten worden ontmoedigd? Fysiek contact met familie en vrienden. Die familie is ook hetgeen dat het eerst en vaakst wordt opgezocht zodra de mogelijkheid zich enigszins voordoet, bijvoorbeeld in de vorm van een ‘stoepbezoek’ met goed weer.
Als het moet, dan kan het. Het idee dat het onmogelijk is dat iedereen thuiswerkt, dat afspraken altijd in persoon moeten plaatsvinden en dat medische consulten altijd in het ziekenhuis moeten zijn, blijkt toch meer rekbaarheid te bevatten dan voorheen gedacht. Door het geforceerde thuiswerken is een prettige plek om dit dag in, dag uit te doen, acuut onbetaalbaar geworden. Een goede balans vinden om te leven en werken, eventueel samen met de rest van je gezin, is essentieel om het coronatijdperk door te komen. Hierdoor zijn problemen waar al jaren aandacht voor was, zoals de dagelijkse files en de hoge stikstofuitstoot opeens (gedeeltelijk) opgelost.
Ineens ziet eenieder de rust die een gelokaliseerd leven brengt. Mensen die de wereld over reisden voor hun werk zien hun kinderen nu met de dag opgroeien. Jongeren die zich een slag in de rondte haastten om alle verwachtingen rondom carrière, fitheid, uiterlijk en sociaal gedrag waar te maken komen nu meer in balans. Minder aanwezigheid van mensen in infrastructuur leidt tot een opbloei van natuurlijke activiteit.
Al deze fenomenen deed de auteurs van dit essay zich afvragen: was vroeger dan inderdaad alles beter, zoals veel oudere generaties ons al jaren proberen te vertellen? En, misschien nog wel belangrijker: moeten we wellicht willen dat de situatie zo blijft? Aan de hand van een aantal gesignaleerde coronatrends schetsen we een toekomstbeeld voor de tijd na corona: zijn de trends blijvertjes, tijdelijke hypes, of niet-bestaand?
1: Natuur is al jaren bezig hip te worden
Zoveel mogelijk biologisch, plantaardig en lokaal; het is allang niet meer alleen maar het credo van de vage spirituele types in hun midlifecrisis. Sterker nog; het is juist een fenomeen dat bij de aller populairste en rijkste jongeren garantie voor succes biedt. Opmerkelijk, aangezien het jarenlang vanzelfsprekend was dat producten dicht uit de buurt kwamen. Men wist niet beter; een andere optie was er simpelweg niet. Met de opmars van het kapitalisme en de consumptiemaatschappij werden producties torenhoog gedreven en steeds kunstmatiger. Terug naar lokaal en onbewerkt werd daarmee een bewuste keuze voor iets anders. Door de coronapandemie is deze trend versneld, en wij verwachten dat hij blijft. Is het immers niet heerlijk overzichtelijk om je melkproducten gewoon weer door de boer aan de deur geleverd te krijgen en je groente en fruit uit de lokale buurtmoestuin te halen? Concluderend: coronatrend 1 is een blijvertje.
2: Terug naar de basis
Doordat de snelheid even uit het leven is gehaald, is er tijd om aan andere dingen te denken. De dagen zijn grotendeels hetzelfde, uitslapen tot kort voor het begin van je werkdag is normaal en privé en werk lopen volledig door elkaar heen, alles op dezelfde plek – je huis. Sommige mensen eten wanneer ze trek hebben, gaan er even tussenuit als ze zich niet meer kunnen concentreren, werken een halve dag zodat ze de andere helft met hun gezin kunnen doorbrengen. Het idee van een uitje wordt gereduceerd tot een rondje hardlopen, een wandeling in het bos met de kinderen of zelfs een bezoekje aan de supermarkt.
Men kan zich voortdurend afvragen: wat vind ik nu echt belangrijk? Hoe voel ik me? Waarom heb ik nu wel tijd om te sporten, of om vrienden en familie te bellen? Of juist het tegenovergestelde: waarom zou ik ooit iets anders willen doen dan uren op de bank doorbrengen met een goed boek, lekker in afzondering? Al die zelfreflectie levert ongetwijfeld nuttige inzichten op die de isolatiegeneratie de rest van hun leven met zich meedraagt. Toch denken we dat er na een periode van reflectie ook weer een periode van groei moet komen. We bestempelen coronatrend 2 daarom tot: tijdelijke hype.
3: Ik weet het beter dan de leraar
Wanneer de scholen dichtgaan dan komt het thuisonderwijs om de hoek kijken. En al snel blijkt, leraar zijn is nog niet zo gemakkelijk. Met je kind rekensommen doornemen en hen het principe van staartdelingen uitleggen, waarna je kind je verward aankijkt en aangeeft dat dit toch echt op een hele andere manier gaat. Ouders moeten zichzelf opnieuw onderwijzen alvorens ze hun kinderen kunnen onderwijzen. Ook de combinatie met werk is niet altijd even gemakkelijk.
Digitalisering binnen het onderwijs is in een rap tempo opgezet en uitgerold. Waar leraren eerst bang waren voor het digibord, moesten zij nu binnen korte tijd digitaal lesgeven via Teams en videogesprekken voeren met hun leerlingen. Corona heeft ervoor gezorgd dat dit in een stroomversnelling is gegaan. En in sommige gevallen is het ook daadwerkelijk efficiënter.
Ook worden de verschillen in thuissituatie zichtbaar waardoor ongelijkheid toeneemt. De sociaaleconomische positie van de ouders heeft effect op de mate waarin kinderen thuis worden begeleid. Hoe hoger de ouders zijn opgeleid, hoe beter het kind begeleid wordt.
Maar school is meer dan alleen onderwijs. Sociale interactie met vriendjes en ook de juf of meester worden enorm gemist. Ook het aantal zorgkinderen in de klas blijkt groter dan van tevoren ingeschat. De sociale functie van de school is van wezenlijk belang. We verwachten daarom dat contactonderwijs de gouden standaard blijft, eventueel met een gedeelte van het onderwijs dat thuis kan worden gegeven. We categoriseren coronatrend 3 daarom als niet-bestaand.
4: Overal veilig
Niet geheel onbelangrijk: tijdens de coronapandemie zijn de gerapporteerde criminaliteitscijfers historisch laag. Inbreken is immers niet gemakkelijk, met iedereen die zijn eigen huis goed bewaakt. Zakkenrollen op straat is door het ontbreken van menigtes onmogelijk geworden. Er worden wereldwijd veel minder auto’s gestolen, mensen vermoord of overvallen gepleegd op straat. Dit lijkt een no-brainer: natuurlijk is deze trend iets om zo te houden! Helaas lijkt deze trend mooier dan hij is. Interpol bereidt zich voor op een toename van drugscriminaliteit na de lockdown. Nieuwe vormen van oplichting – bijvoorbeeld rondom persoonlijke beschermingsmiddelen voor de zorg – zijn al volop in het nieuws geweest. Helaas moeten we coronatrend 4 daarom de conclusie geven: niet-bestaand.
Allemaal een beetje kluizenaar
Maar beweren we dan dat we, als COVID-19 een vaag begrip is geworden in de archiefkasten van onze herinnering, met zijn allen vrijwillig als kluizenaars blijven leven? Dat we de dag beginnen met een ochtend(sport)activiteit, elke dag samen ontbijten, om 8:59 alleen maar onze computers op hoeven starten om aan het werk te kunnen? Dat elk kind het de normaalste zaak van de wereld vindt dat je een deel van je opleiding thuis krijgt? En, dat we hier tegelijkertijd nog volop van genieten ook?
Wieke Haakma (NWO) & Nanda van der Stap (TNO)
- Coronatrend, de: een beweging in gedrag van mensen die overeenkomt met hoe zaken vroeger gingen, en die in coronatijd ineens weer normaal of zelfs hip is geworden.
- Thijs Bol | Inequality in homeschooling during the Corona crisis in the Netherlands. First results from the LISS Panel ~ working paper | 2020
- Covid nostra | The pandemic is creating fresh opportunities for organised crime –And governments are not paying attention. The economist. 16 May 2020. https://www.economist.com/inte..
- W. Woliner – van der Weg, dochter van een Friese aardappelboer, ca. 2010.