Micro-elektronica: het ontwerpproces (deel 5)
-
Samenstellers: ir. J.F.P. Schönfeld en ir. H.K. Boswijk
Projectgroep ontwerpproces: prof. dr. ir. J. Blauwendraad, ir. C.J. Drijver, ir. J.R. Eppenga, ir. P.D.B. van Straaten
Download de publicatie via bovenstaande link
Inleiding
Wat is de invloed van de computer en van de micro-elektronica op het ontwerpen en construeren? Deze vraag is niet op een eenvoudige wijze te beantwoorden. Het betreft hier een omstreden onderwerp. Teneinde een toen verwacht tekort aan ontwerp-ingenieurs te voorkomen, werden in de jaren zestig pogingen gestimuleerd om een wetenschappelijk opgezette methode van ontwerpen te ontwikkelen en om tot uitgebreide toepassing van de computer te komen bij het ontwerpen, construeren en tekenen. Met dat al is het gebruik van de computer niet op grote schaal in bedoeld gebied gepenetreerd. Alleen op grotere bureaus en bij grotere bedr ijven treft men ze aan, maar die vormen verhoudingsgewijs een minderheid.
De grote meerderheid van bedrijven werkt slechts met enkele mensen en hier wordt de computer weinig gebruikt. De toepassingen blijven beperkt tot de inzet van tafelcomputers.
Nu de micro-computer in de belangstelling staat en de prijzen verrassend snel zakken, kan er veel veranderen. Nu immers komt grote reken- en opslagcapaciteit beschikbaar tegen prijzen die ook voor kleine bureaus betaalbaar worden.
Dat de doordringing van het computergebruik tot nu toe enigszins tegenvalt, heeft nog een andere oorzaak. De ontwikkeling is eenzijdig gericht geweest op grote programma's en systemen voor complexe sterkte- en trillingsproblemen, omdat de stimulansen voornamelijk uit de vliegtuigindustrie en de ruimtevaart zijn gekomen. In verhouding daarmee is maar weinig gereed gekomen voor het echte kleinschalige ontwerpwerk van elke dag, zoals het dimensioneren van componenten, onderdelen en verbindingen. Ligt dat aan het niet kunnen of aan het niet willen van de ontwerpers? Of hebben de computerdeskundigen de mogelijkheden van de computer bij het ontwerpen overschat? Wellicht zijn er zelfs oplossingen vervaardigd voor problemen die niet bij de ontwerpors leven of die niet aansluiten bij de vertrouwde wijze van werken. Met grote waarschijnlijkheid is een belangrijke oorzaak van het ach~erblijven op de verwachtingen dat meer aandacht is geschonken aan de C van CAD dan aan de D. Met andere woorden dat er meer aandrang is geweest door computerdeskundigen dan door ontwerpers. Niet dat er geen behoefte bij ontwerpers zou bestaan, maar het vermogen ontbreekt die behoeften zo te formuleren dat computerdeskundigen er een zinvol gereedschap voor kunnen ontwikkelen.
Hiermee komen we op de ontwikkeling van een wetenschappelijk opgezette ontwerpmethode. We moeten eerst formuleren wat ontwerpen eigenlijk is voor we kunnen nagaan in hoeverre de toepassing van een computer tot hulp kan zijn. Een computer is erkend zinvol overal waar algoritmisch wordt gedacht en gewerkt, maar een computer kan niets bijdragen in beschouwelijke processen en in stappen van subjectieve afweging, vindingrijkheid en scheppingskracht. Daarom is een analyse nodig van het ontwerpproces op zijn algoritmische elementen en zijn heuristische elementen. Dit heeft implicaties voor de opleiding van ingenieurs. Een ingenieur die zich het genoemde onderscheid bewust is, kan beter onderkennen en formuleren welke ontwerptaken zich lenen voor verwerking met de computer.
Tegen de achtergrond van deze twee hoofdaccenten zal worden nagegaan hoe het ontwerpproces kan worden beinvloed door hulpmiddelen die op micro-elektronica berusten.
Omslag van de publicatie
Met dank aan Delft University Press