Micro-elektronica: het kantoor (deel 7)

-

Datum 1 januari 1981
Toekomstonderzoeker

Samensteller: ir. H. K. Boswijk
Projectgroep kantoor:
ir. J.J. Blank, ir. J.I. Dorgelo, dr. W. Grünsteidl, J. Wage, C. van de Weteringh

Download de publicatie via bovenstaande link

Inleiding
Het ontstaan van de 'informatiemaatschappij' betekent dat een toenemend aantal mensen werk gaat vinden in taken die voor een belangrijk gedeelte bestaan uit het omgaan met informatie. In enkele landen is dit proces zover voortgeschreden dat al ruim 50% van de beroepsbevolking in informatiebetrokken activiteiten werkt. Dit wordt veroorzaakt door de snelle groei van de dienstensector als aparte economische activiteit en ook door de relatieve toename van indirecte activiteiten binnen ondernemingen. Tot nu toe was de investering per werkplek en daarmee de produktiviteit van dit soort activiteiten laag. 
Binnen deze studie wordt de verzameling van informatiebetrokken activiteiten aangeduid met kantooractiviteiten. Met de toepassing van micro-elektronica komen nieuwe hulpmiddelen naar voren die de uitvoering en inhoud, efficiëntie en effectiviteit van kantooractiviteiten sterk kunnen gaan beinvloeden. De kapitaalintensiteit van informatie-activiteiten lijkt toe te nemen. Wat gebeurt er met de produktiviteitsontwikkeling; wat is de positie van de mens in
de kantooromgeving van morgen; hoe veranderen organisaties; welke functies eroderen; waar ontstaan nieuwe werkzaamheden? Dit zijn de problemen die in de onderhavige studie aan de orde zijn. De complexiteit en variëteit van de problematiek laten een ver uitgewerkte behandeling op dit moment nog niet goed toe. Deze studie dient gezien te worden als het openleggen van het onderwerp en als een verkenning van een aantal spanningsvelden die langzamerhand identificeerbaar beginnen te worden. Op een aantal plaatsen wordt anders tegen de materie aangekeken dan tot nu toe gebruikelijk was. De bevindingen liggen dan ook niet altijd op één lijn met wat in de literatuur te vinden is.


Omslag van de publicatie

Met dank aan Delft University Press