Wiebe Draijer: 'Toekomstverkennen moet een discipline worden'

Van 8 november 2005 tot 23 mei 2011 was Wiebe Draijer voorzitter van STT. Inmiddels volgt de voorzitter van de groepsdirectie van Rabobank Nederland STT niet meer actief. ‘Maar het doet mij goed als ik STT in de media tegenkom.’

Datum 31 mei 2018
Auteur STT

Wiebe Draijer is van origine werktuigbouwkundig ingenieur, maar heeft nooit als zodanig gewerkt. ‘Ik werkte tijdens mijn studie als freelance journalist. Vervolgens doorliep ik een traject om researcher te worden. Ik studeerde af bij het Natlab. Toch zag ik dat niet als mijn toekomstige carrièrepad, ik koos een andere richting en ben bij organisatieadviesbureau McKinsey gaan werken.'

Wiebe Draijer, STT-voorzitter van 2005 tot 2011

'Daar beklom ik de hele carrièreladder en leidde ik onder meer het Nederlandse kantoor en de Europese praktijk. Na 24 jaar McKinsey ben ik gevraagd voorzitter van de SER te worden. Die functie vervulde ik twee jaar, waarna ik bij Rabobank Nederland aan de slag ging. Een nietalledaagse carrière wellicht. Behoefte om professionals te leiden, had ik altijd al. Het thema “verandering” loopt als een rode draad door mijn werkzame leven. Bij McKinsey leidde ik een praktijk die bedrijven bijstond in veranderingstrajecten, ik ondersteunde de SER naar een volgende fase van overleg en nu ben ik als bestuursvoorzitter actief bij Rabobank Nederland.’

Maatschappelijke impact
‘Naast verandering loopt als andere rode draad door mijn loopbaan het feit dat ik altijd gericht was en nu nog steeds ben op de maatschappelijke impact. In het begin als adviseur op projecten, later als onderdeel van de strategie van McKinsey in Nederland, vervolgens de sprong naar de SER en nu bij de maatschappelijk georiënteerde coöperatieve Rabobank. Ook dat verklaart mijn affiniteit met STT: STT is gericht op het verkennen van de impact van technologische ontwikkelingen op de maatschappij en omgekeerd.’

Aansprekende formule
'Ondanks dat Wiebe Draijer nooit het vak van werkbouwtuigkundig ingenieur heeft uitgeoefend, was hij wel in dit vakgebied actief. ‘Ik had een vrij groot netwerk in de Nederlandse industrie omdat ik bij McKinsey bedrijven adviseerde waar werktuigbouwkunde een rol vervulde. In die 24 jaar ben ik op de een of andere manier bij bijna alle industriële bedrijven in Nederland betrokken geweest. Via-via kwam ik vervolgens in contact met mensen die ook in het netwerk van STT zaten. Niet alleen de organisatie, maar ook de formule van STT sprak mij aan: de doelstelling om technologische ontwikkelingen en toekomstbeelden te combineren met toptalent dat in vrijheid mag onderzoeken op een onderwerp dat relevant is voor de maatschappij van morgen. Met een relatief klein bureau daaromheen.'

Ik heb niet het idee dat ik radicale dingen heb veranderd. Dat was ook niet nodig.

'Daar wilde ik graag mijn bijdrage aan leveren. Ik heb er nooit mijn stempel op willen drukken, maar ondersteunde de evolutie van die formule. De formule stond en daar was ik enthousiast over. Ik heb niet het idee dat ik radicale dingen heb veranderd. Dat was ook niet nodig. Naar mijn beleving was het prima, STT deed wat het kon met een hele lichte structuur die gebruik maakte van de bereidwilligheid van allerlei Nederlanders in verantwoordelijke posities om te helpen zo’n onderwerp te verkennen.’

Het belang van toekomstverkennen
Op de vraag hoe hij het belang van toekomstverkennen ziet, antwoordt hij: ‘Toekomstverkennen vind ik uitermate belangrijk. Bij de bank die ik nu leid, denken we vanzelfsprekend ook na over de toekomst. En dan niet in de zin van “Zo wordt het en daar baseren we onze strategie op”, maar we doen dat in de vorm van een aantal toekomstscenario’s die gedreven worden door maatschappelijke trends en technologische ontwikkelingen. Op basis daarvan bepalen we een robuuste strategie. Ik zou het toejuichen als toekomstverkennen een discipline is die we in Nederland goed beheersen.’

Plaatsen van de stip
'De verkenningen van STT bestrijken een periode van soms wel dertig tot veertig jaar. In deze tijd waarin alles, maar zeker ook de technologische ontwikkelingen steeds sneller lijken te gaan, is zo’n periode enorm en bijna niet meer te overzien. ‘Feitelijk kunnen we die periode nog steeds wel aanhouden, maar hoe verder in de tijd we de stip plaatsen, hoe abstracter de resultaten worden. Ik vraag me af of het nog nodig is om zover te kijken. We kunnen als het ware dezelfde mate van radicaliteit hanteren met een kortere tijdslijn. Dan is de noodzaak om ver te kijken niet direct nodig. De wereld verandert inderdaad heel snel, maar als je met een hogere snelheid rijdt, komt het volgende punt ook snel dichterbij.’

Impact van de verkenningen
'Een verkenning afronden is één, maar dan is het ook interessant om de impact ervan te monitoren en wellicht te sturen. ‘Het leek soms of de magie van de verkenning eindigde met het overhandigen van het rapport. In mijn beleving is dat geen impact. Impact is er pas als er in beleids- en onderzoekstermen iets mee wordt gedaan. Dat was wel mijn zoektocht: hoe creëer je relevantie. Soms hadden de onderwerpen wel een esoterisch karakter. Dan was het de uitdaging om een werkwijze op te zetten waarmee wij nog meer mensen in de zoekopdracht betrokken. Dat heb ik geprobeerd, maar omdat de projecten in mijn tijd gemiddeld twee jaar liepen en ik “slechts” zes jaar voorzitter was, was mijn invloed toch beperkt. Maar de formule die STT hanteerde, werkte goed. Iets wat goed is grootser maken, daar moet je veel energie in steken. Het gevaar ligt dan op de loer dat het toch na een tijdje weer op het oude niveau belandt. De omvang van STT was en is zodanig dat het bestaansrecht van de organisatie is gewaarborgd.’

We vonden de klassieke formule van het overhandigen van een publicatie als afronding van de verkenning niet meer up-to-date. — Wiebe Draijer

Erfenis
Iedere directeur of voorzitter van STT laat ‘iets’ achter, zo ook Wiebe Draijer. ‘We hebben de quick scans geïntroduceerd omdat we vonden dat sommige onderwerpen ook in een kortere periode konden worden verkend. Ook vonden we de klassieke formule van het overhandigen van een publicatie als afronding van de verkenning niet meer up-to-date. Alhoewel ik het verrassend vind hoe vaak je nog publicaties tegenkomt. We zijn er meer media bij gaan betrekken en andere interactievormen gaan organiseren, zoals video’s. Iets actiever en diverser in de uitingsvormen. Dat gaat zich ongetwijfeld de komende periode verder ontwikkelen. Er is zoveel mogelijk.’

Belang van STT
Over het belang van STT is hij duidelijk: ‘De wereld verandert in rap tempo. Ons gevoel is dat de digitalisering een disruptieve en snel ontwikkelende impact op onze samenleving heeft. Dat betekent dat de interactie tussen samenleving en technologie nog steeds relevant is met als gevolg dat STT nog steeds “hot” is. Versnellen die technologische ontwikkelingen, dan ontstaat het gevaar dat de maatschappij daar niet voldoende op is voorbereid. Dan neemt de relevantie van STT alleen maar toe in plaats van af.’

Into perpetuity
Wiebe Draijer heeft nog een mooie wens voor STT: ‘Een voormalige managementpartner van McKinsey zei eens dat hij wenste dat de firma into perpetuity impact had. Ik wens STT iets vergelijkbaars. De formule is tijdloos. De toekomst reist mee, dus laat STT een tijdloze impact hebben terwijl de toekomst zich ontwikkelt.’