STT Revisited: de inleiding
'Toen ik in oktober 2016 vernam dat Ben Feringa de Nobelprijs voor de Scheikunde zou krijgen, vroeg ik me af of hij ooit de film Fantastic Voyage had gezien. Een onbedoeld komische sciencefictionfilm uit 1966, waarin een onderzeeër met bemanning en al microscopisch wordt verkleind en geïnjecteerd in het lichaam van een doodzieke patient.'
Door Fanta Voogd, techniekgeschiedenisjournalist
'Welbeschouwd een fantasie die een voorschot nam op de moleculaire nanomachine waarvoor Feringa, met zijn Britse en Franse vakgenoten, precies een halve eeuw na het verschijnen van de film zou worden gelauwerd. Met het oog op een stukje voor NRC-Handelsblad belde ik hem op. Tot mijn grote verbazing nam de kersverse Nobelprijswinnaar gewoon de telefoon op. “Nee, die heb ik eerlijk gezegd nooit helemaal gezien. Alleen een kort fragment,” bekende Feringa. “Maar gisteren heb ik in de Martinikerk een toespraak gehouden voor een gehoor van 1200 mensen. En daarbij heb ik beelden uit de film laten zien.” Hij deed dat wel vaker als hij moest uitleggen waar hij mee bezig is.'
Kunstmatige bij
'Zoals ik in mijn bericht voor de NRC-filmpagina’s terugblikte op een vijftig jaar oude, fictieve vooruitblik, zo blikt deze STT-bundel terug op vijftig jaar reële exploratie van de toekomst. Een twaalftal eindredacteuren ziet terug op de toekomstverkenningen die onder hun verantwoordelijkheid tot stand kwamen. Natuurlijk weerspiegelen die publicaties de eigenaardigheden van het tijdsgewricht.'
'Wanneer je Fantastic Voyage én de afgelopen vijftig jaar door de oogharen beziet, dan is de film te beschouwen als zinnebeeld van het tijdperk van miniaturisering. In de jaren zestig was nauwelijks te voorzien geweest dat miniaturisering de grote aanjager van technologische vernieuwing zou worden. Dat wat begon met de doorbraak van microfilm en de transistor, kwam met de microchip in een stroomversnelling, en wordt momenteel op nanotechnologisch niveau voortgezet.'
'Een belangrijk deel van de toekomstverkenningen die in deze bundel aan bod komen, zijn direct of indirect dan ook terug te voeren tot miniaturisering. In STT-56, Microsystem Technology – exploring opportunities (1994), worden onder meer al de mogelijkheden aangestipt van een kunstmatige bij, waarmee bestuiving in kassen mogelijk wordt, en van een micro inspectie-robot voor metingen in het lichaam. Kennelijk werd de filmfantasie van Fantastic Voyage inmiddels gezien als een reële optie. STT-60 (1998) is helemaal gewijd aan nanotechnologie, destijds een nog tamelijk obscuur werkveld, dat de puur wetenschappelijke fase nog nauwelijks was ontgroeid. Ben Feringa was trouwens een van de auteurs.'
Meme
'Uiteraard spitsen de toekomstverkenningen zich ook toe op de duizelingwekkende ontwikkelingen op het vlak van informatietechnologie, digitalisering, automatisering, robotica en kunstmatige intelligentie. Een evolutiesprong die in essentie ook is terug te voeren op het voortdurende proces van technologische dwergvorming.
Het is verleidelijk om alles wat mensen bedenken en maken te bekijken door een evolutionaire bril. Al in 1908 wees de Franse filosoof Alain (1868-1951) op de overeenkomst tussen biologische evolutie en de evolutie van cultuur en techniek. De Britse evolutiebioloog Richard Dawkins (1941) werkte de analogie uit in zijn boek The Selfish Gene (1976). Daartoe introduceerde hij het begrip meme. Dawkins leidde zijn woord af van het Griekse ‘mimema’ (iets dat geïmiteerd is). Hij koos met opzet voor een woord dat klonk als gene, om analogie uit te drukken tussen genen, die biologische informatie overdragen, en memen, als dragers van culturele ideeën. Een meme kan van alles zijn. Een liedje, een kunstwerk, een uitvinding, een hardop uitgesproken gedachte... Eigenlijk elk na te apen fenomeen. Memen evolueren door een proces van selectie dat lijkt op de natuurlijke selectie in de biologische evolutie. Niet door voortplanting, maar door imitatie. Door toevallige of doelbewuste variaties op, of nieuwe combinaties van memen vinden mutaties plaats, die – als ze mooi, handig, nuttig of op wat voor een manier dan ook voordelig zijn of lijken – opnieuw worden geïmiteerd.'
Fotofoon
'Het evolutionaire perspectief maakt inzichtelijk dat technologische ontwikkeling een grillig verloop heeft. De stamboom van het menselijk vernuft kent naast successen een eindeloze reeks culturele dodo’s, dinosauriërs en neanderthalers. Het denken in ‘memen’ maakt ook duidelijk dat vooruitgang niet het werk is van eenlingen, maar een gesamtkunstwerk waarin de mens, zoals Isaac Newton treffend zei, ‘op de schouders van reuzen staat’.
Het perspectief laat bovendien zien dat innovatie niet alleen draait om experiment, knutselen en bouwen, maar vooral om het denken, praten, schrijven en verbeelden dat eraan vooraf gaat.'
'Fantastic Voyage staat in een lange traditie van sciencefiction die achteraf bezien de toekomst waarheidsgetrouw verbeeldde. Van de maanreis in Jules Vernes De la Terre à la Lune (1865), het internet in E.M. Forsters The Machine Stops (1909), de robot in Karel Čapeks R.U.R. (1920) en de ‘fotofoon’ in de vergeten Nederlandse toekomstroman Een Huwelijk in het Jaar 2020 (1923), tot de tablet in Kubricks 2001: A Space Odyssey (1968). Een groot deel van de 20ste eeuwse uitvindingen maakte zijn entree in het rijk der verbeelding om pas jaren later op te duiken in de echte wereld. Hoe komt het dat sf zo’n hoge voorspellende waarde lijkt te hebben?'
Wattenstaafje
'De Canadese sf-auteur en invloedrijke blogger Cory Doctorow verwerpt die veronderstelling en vindt sfschrijvers juist ‘tamelijk onbruikbaar als waarzeggers’. “In bijna alle gevallen dat sciencefiction met succes een ommezwaai heeft ‘voorspeld’, is het dichter bij de waarheid om te zeggen dat ze tot die ommezwaai heeft geïnspireerd,” luidt de kerngedachte in zijn essay uit 2012. Ter illustratie noemt hij het Motorola-klapmobieltje uit de jaren negentig. De makers van de sf-televisieserie Star Trek hebben de komst van dat klapmobieltje niet voorspeld. De ingenieurs van Motorola waren fans van Star Trek en hebben hun ontwerp gebaseerd op de communicator waarmee de Enterprise-bemanning in de tweede helft van de jaren 1960 rondliep.'
'Zo bescheiden als Doctorow is over de voorspellende vermogens van sciencefiction, zo hoog geeft hij op over de scheppende kracht van het genre. Zoals een dokter met een wattenstaafje onzichtbare bacteriën in een petrischaaltje brengt, zo creëert een sf-schrijver met zijn boek een kweekje waarin hij een nieuwe technologie of een nieuw idee zichtbaar kan maken.'
Sterrenhemel
'Tijdens het lezen van de proefdruk van deze bundel liet dat beeld van Doctorow me niet los. Want dat is precies wat STT de afgelopen vijftig jaar heeft gedaan. Petrischaaltjes aanbieden waarin deskundigen gezamenlijk hun gedachten over de toekomst, hun ‘memen’ aanbrachten. Niet elk kweekje kwam tot bloei. Maar zowel de rake vooruitblikken als de missers maken deel van het proces van trial-and-error dat de technologische evolutie richting geeft. Of zoals een van de auteurs van deze bundel aanstipt: “Een goede toekomstvisie is als een heldere sterrenhemel. Je komt er nooit, maar het wijst je wel de weg!”
Verbeelding
'STT heeft deze bundeling van terugblikken op de toekomstverkenningen van de afgelopen vijf decennia gelardeerd met sciencefiction-verhalen van getalenteerde, veelal jonge schrijvers. Toen ik Ben Feringa twee jaar geleden sprak, had ik stilletjes gehoopt dat hij me zou vertellen dat hij als 15-jarige, na het zien van Fantastic Voyage zijn levensbestemming had gevonden. Dat bleek niet het geval. Feringa: “Maar sciencefiction-avonturen hebben wel van jongs af mijn nieuwsgierigheid aangewakkerd.” Het prikkelen van de verbeelding en de nieuwsgierigheid. Sciencefiction-auteurs zijn er beter in dan wetenschappers of ingenieurs. Ook hebben zij altijd een scherp oog gehad voor de duistere kanten van toekomstige technologische ontwikkelingen. Dat blijkt ook weer uit deze bijdragen. Die vormen tegelijkertijd een welkome verluchtiging van het geheel.'