Wereldbeelden: vervoer binnen de samenleving

In deze STT-verkenning beschouwen wij vervoer als functie binnen de samenleving. De maatschappij, zoals die er in 2040 uit kan zien, vormt het vertrekpunt voor toekomstbeelden rond vervoer. Aangezien niet is te voorspellen hoe de samenleving en vraag naar vervoer er dan uit zien, hebben wij met behulp van scenario planning vier schetsen voor de Nederlandse samenleving over 30 jaar, zogenaamde wereldbeelden, ontwikkeld.

Datum 10 januari 2013
Auteur STT

Raamwerk

De mens met zijn behoefte tot wonen, werken, recreëren en consumeren staat in ieder beeld centraal gesteld.

Raamwerk van de vier wereldbeelden als maatschappelijke context voor de toekomstbeelden rond vervoer.


Deze wereldbeelden zijn onder meer beschreven in het artikel ‘Een blik op de toekomst – scenario’s maatschappelijke context’. Voor de bijbehorende vervoersbehoefte en toepasbaarheid van de drie ontwikkelde vervoersconcepten Vervoer naar Wens, ‘Niet-vervoer’ en Vervoer in Schaarste verwijzen wij naar de eindpublicatie.

Individuele Welvaart (individu – internationaal)

Individuen streven naar welvaart, luxe en winst. Zij werken in losse verbanden voor verschillende opdrachtgevers. Hun bijdrage aan globale, virtuele gelegenheidsteams leveren zij vanuit hun woonomgeving in een stedelijk gebied. Het doet er voor hen niet toe waar de producten en diensten die ze consumeren vandaan komen, als die er maar op tijd en volledig naar wens zijn. Deze luxe is echter niet voor iedereen weggelegd. Er bestaat zowel binnen Nederland als daarbuiten een brede maatschappelijke onderklasse die met een beperkt inkomen moet zien rond te komen, het is een maatschappij van bijblijven of afvallen.

Wereldwijd Bewustzijn (collectief – internationaal)

Mensen wonen hierbij veelal in steden. Aangezien taken verregaand zijn opgesplitst, heeft iedereen zijn eigen specifieke expertise. Dienstverlening is het dominante werkterrein. Nieuwe technologieën komen tot bloei. Producten en diensten worden gemaakt waar de directe en indirecte kosten samen het laagst zijn. Overheden sturen wereldwijd op collectief bewustzijn. Zij zien toe op een gezonde leefomgeving en dwingen het verstandig omgaan met grondstoffen en hulpbronnen af. Het bedrijfsleven zorgt dat de wereldwijde economie goed blijft draaien.

Krachtige Regio (collectief – lokaal)

In dit wereldbeeld is het vertrouwen in overheden en in landen en personen op grotere afstand sterk afgenomen. Mensen richten zich op degenen die zij persoonlijk kennen en hebben een sterk regionaal netwerk van kennissen en andere contacten. In deze civil society dragen mensen zorg voor elkaar en hun omgeving. Strenge beperkingen ten aanzien van de leefomgeving vormen de randvoorwaarden voor economische ontwikkeling. Intensief hergebruik beperkt de handelsstromen tussen regio’s. Binnen de samenleving is het accent verschoven van eigen bezit naar gebruik. De regio biedt de meeste benodigde faciliteiten zelf en dus haar inwoners hoeven het gebied bijna niet uit.

Zelfvoorzienende Eenheid (individu – lokaal)

In dit wereldbeeld heeft door een wereldwijde crisis een omschakeling ten opzichte van de samenleving van 2013 plaatsgevonden. Mensen willen graag zo onafhankelijk mogelijk zijn. Kleinschalige gemeenschappen voeren nu de boventoon en dankzij technologische ontwikkelingen biedt de directe leefomgeving voldoende mogelijkheden voor bestaan. Kennisuitwisseling, onder meer virtueel, speelt een essentiële rol. Mensen leven zo autarkisch, oftewel zo zelfvoorzienend mogelijk en werken volgens het cradle to cradle-principe (C2C). Grootschalige, wereldwijde personen- en goederenstromen behoren tot het verleden. Doordat zelfvoorzienende gemeenschappen relatief veel ruimte innemen, heeft een trek naar het platteland plaatsgevonden. Bestaand stedelijk gebied is heringericht.