Nieuw STT-toekomstonderzoek zet de relatie tussen mens, natuur en technologie centraal. Toekomstonderzoeker Daphne Roodhuyzen over de start van dit nieuwe onderzoek.

We leven in een turbulente tijd, waarin het debat oplaait over het klimaat en een leefbare samenleving. Hoewel het digitale tijdperk leidt tot vooruitgang, roept technologie ook discussie op. Hoe gaan mens, natuur en technologie zich in de toekomst tot elkaar verhouden? Dit thema verkent onze nieuwe STT-toekomstonderzoeker Daphne Roodhuyzen. Haar eerste indruk: ‘Zowel fascinerend als complex, dynamisch en maatschappelijk relevant.’

Datum 26 augustus 2022
Auteur STT

Daphne, je bent net gestart bij STT en pakt meteen een actueel vraagstuk op. Mens, natuur en technologie. Wat spreekt jou aan in dit onderzoeksthema?

‘De natuur heeft mij altijd beziggehouden. De natuur is een breed begrip, waarover veel verschillende ideeën en opvattingen bestaan. Hoe de mens zich verhoudt tot de natuur is ook niet statisch, maar kan verschuiven. Hoe je als kind omging met de natuur of dacht over de natuur, kan bijvoorbeeld heel anders zijn dan nu als volwassene. Hetzelfde geldt voor ons als samenleving. In politieke en maatschappelijke discussies verschuift de aandacht voor de natuur meer naar de voorgrond. Dat is duidelijk merkbaar. Denk aan grote uitdagingen als de stikstofcrisis of klimaatverandering. Al dan niet impliciet gaat de discussie over de vraag: welke samenleving vinden wij in de toekomst wel of niet wenselijk? En wat betekent dit voor hoe we als maatschappij omgaan met de natuur? Deze discussie boeit mij en in het bijzonder de vraag welke rol technologie kan spelen in het debat over duurzaamheid. Vanuit welke perspectieven kunnen we hiernaar kijken? Over deze driehoeksrelatie is nog veel te onderzoeken en te bediscussiëren.’

STT-toekomstonderzoeker Daphne Roodhuyzen

Wat denk je dat dit nieuwe toekomstonderzoek kan toevoegen?

‘Ik wil explicieter maken welke denkbeelden er bestaan over de natuur & technologie en welke overtuigingen hieraan ten grondslag liggen. Deze combinatie geeft inzicht in wat er speelt in onze samenleving: waar botsen ideeën, welke punten van common ground zijn er te vinden en wat zijn de impact, de effecten en trade-offs van verschillende koersen. Mijn blik is in deze oriënterende fase nog heel open, maar ik zie al wel twee uitersten. De eerste omvat de vraag of we in onze beleving ‘met’ of ‘apart’ leven van de natuur. Apart beschermen wij de natuur tegen menselijke invloed en activiteit. Ideeën over zogenaamde fortress conservation passen hierbij: we schermen de natuur bewust af van de mens, als het ware als een ‘beveiligd en bewaakt fort’. Daartegenover staat het denkbeeld van werken met de natuur. Zoals extensieve landbouw of het integreren van duurzame ecologische principes in landbouw en daarmee ook in onze leefomgeving. In de tweede tegenstelling komt de rol van technologie terug: wordt technologie als een partner of bedreiging gezien in duurzaamheidsuitdagingen? Uiteraard benoem ik nu uitersten en is er in de praktijk sprake van een continuüm. Dit onderzoek zie ik bij uitstek als kans om technologie in een bredere context te plaatsen.’

Welk beeld heb je zelf bij technologie?

‘Ik zie uiteraard de kansen van technologie. Maar ik vind ook dat de focus soms te sterk ligt op de technologie(ontwikkeling) en dat de maatschappelijke kanten en effecten daardoor soms onderbelicht blijven of onderschat worden. Hiermee doel ik op de economische, politieke, ethische, sociale of culturele dimensies van technologie. Deze dimensies wil ik aandacht geven in mijn onderzoek. Technologie kan namelijk ook ongewenste effecten hebben, waarop soms minder goed geanticipeerd wordt. Een technologie voor het terugdringen van CO2-uitstoot kan bijvoorbeeld een nadelig effect hebben op de biodiversiteit. Ook kunnen er rebound effecten optreden. Bijvoorbeeld als een nieuwe technologie weliswaar energiezuiniger is, maar tegelijkertijd leidt tot een verhoogd gebruik van een bepaald product of bepaalde grondstof. Is deze technologie dan wel wezenlijk duurzamer? Met dit toekomstonderzoek wil ik bijdragen aan een integralere blik op technologie.

Interessant vind ik om hierin ook de signalen mee te nemen, die duiden op alternatieve, opkomende stromingen en denkbeelden. Een voorbeeld is de natuur als rechthebbende, waarmee op kleine schaal ook al wordt geëxperimenteerd. Denk aan rechten toekennen aan een rivier. Ook taalkundige verschuivingen kunnen duiden op het ontstaan van andere denkbeelden: dieren benoemen als niet-menselijke dieren of de mens als een soort dier. De pandemie heeft ons ook extra bewust gemaakt van de onderlinge afhankelijkheden in de natuur en het feit dat we onderdeel zijn van een groter systeem. Dat maakt dit toekomstonderzoek zowel actueel als maatschappelijk relevant. Het speelt echt in het hart van onze samenleving.’

Natuur, mens en technologie. Verken je mee?

Heb je interesse om dit toekomstonderzoek te volgen en mee te denken over dit thema? Neem contact op met toekomstonderzoeker Daphne Roodhuyzen via roodhuyzen@stt.nl.