Young STT denkt over nieuws en nonsens

Dat nieuws misleidend kan zijn is een bekend fenomeen. Nepnieuws en nieuws over nepnieuws domineren de media. Young STT stelt vragen over de rol van technologie in de journalistiek en de toekomst van traditionele media nu nieuws altijd en overal beschikbaar is.

Dat nieuws misleidend kan zijn is een bekend fenomeen. Nepnieuws en nieuws over nepnieuws domineren de media. Ook journalisten discussiëren over wat waarheid, nieuws of nonsens is. Technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat nieuws sneller verspreid wordt, maar ook dat de kwaliteit niet altijd meer controleerbaar is. Vragen over de rol van technologie in de journalistiek en de toekomst van traditionele media nu nieuws altijd en overal beschikbaar is vormen de rode draad in het debat over de toekomst van journalistiek.

Ver overtrokken
Voor de eerste Young STT activiteit van dit jaar op 6 februari hebben we een journalist uitgenodigd om ons iets te vertellen over hoe zij de toekomst van haar vak ziet en de uitdagingen waar de journalistiek op dit moment voor staat. Kristel van Teeffelen is werkzaam als redactrice Veiligheid bij Trouw. Zij start haar presentatie met een prikkelende kop: ‘94% van de Nederlanders maakt zich zorgen over privacy’, een titel die in steeds dramatischere bewoordingen door andere nieuwssites overgenomen werd. Na het checken van het oorspronkelijke onderzoek blijkt dat dit percentage overtrokken is: in de enquête gaf 62 procent aan zich juist weinig zorgen over privacy te maken. Dit is een treffend voorbeeld van de manier waarop data verkeerd geïnterpreteerd wordt door de media: snelheid is belangrijker dan kwaliteit en bronnen worden niet meer nagetrokken.

Struikelblokken
Van Teeffelen spreekt ook over andere struikelblokken waar kranten mee te maken hebben: het ‘pr-sausje’ dat over journalistiek heen ligt wat betekent dat er voor elke journalist tien woordvoerders zijn zodat de drempel om feiten te achterhalen hoger komt te liggen, de steeds korter wordende spanningsboog van mensen waardoor men soms niet verder komt dan de kop van een artikel, en het feit dat nieuws steeds vaker gratis verkrijgbaar is. Daarbij wordt de werkdruk van journalisten hoger en hoger en zitten ze steeds vaker achter hun bureau, in plaats van ‘in het veld’ om een verhaal te achterhalen.

Positief
Toch is Van Teeffelen positief over de toekomst van haar vak. Volgens haar zal er altijd behoefte blijven aan journalisten. Veel kan worden overgenomen door technologie, maar goed doorvragen en niet genoegen nemen met een antwoord is voorbehouden aan mensen. En, zo sluit ze af, uiteindelijk is het het belangrijkste dat een verhaal wordt gelezen en dat het iets veroorzaakt bij de lezer of in de maatschappij, of kranten nu blijven bestaan of niet.

Kristel van Teeffelen