Zorgtechnologie is nog steeds actueel (STT66)

In september 2002 verscheen de 66ste toekomstverkenning van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek: Zorgtechnologie; kansen voor innovatie en gebruik, onder redactie van dr.ir. Jessika van Kammen.

Datum 6 oktober 2020
Auteur STT

Door Jessica van Kammen

Aanleiding
“Sara en Abraham mogen zich deze dagen in een ongekende populariteit verheugen. Nooit eerder werden zij in korte tijd door zo veel mensen gezien”, zo schrijft de toenmalige voorzitter van STT in zijn voorwoord. Rond het jaar 2000 werd de babyboom generatie 50 en voor het eerst diende zich een dubbele vergrijzing aan: niet alleen kwamen er meer oudere mensen, deze werden bovendien gemiddeld ouder.

Techniek in de zorg
De vraag naar zorg zou sterk stijgen, terwijl het aantal handen aan het bed juist zou afnemen. Tegelijkertijd waren er signalen dat technologie niet optimaal werd ingezet in de zorg. Wel in het acute, op genezing gerichte medisch handelen, maar niet in zorg buiten de muren van het ziekenhuis: de post-operatieve thuiszorg, het leven met een chronische ziekte, het werk van verpleegkundigen en mantelzorgers. En inderdaad: met alle deelnemers aan de verkenning – inclusief de patiënten – verliep de correspondentie anno 2000 per email; behalve met de thuiszorgorganisatie, dat ging per brief.

Tegenstelling
We analyseerden dat er ogenschijnlijk een tegenstelling zit tussen enerzijds het rationele, doelgerichte van technologie en anderzijds het mensgerichte van zorg verlenen. Maar toch: patiënten willen graag zo kort mogelijk in het ziekenhuis verblijven en zo lang mogelijk zelfstandig thuis, zo was het beeld. Hoe kan zorgtechnologie dat faciliteren?

Opvallend
Heel veel van wat we in het boek beschrijven is inmiddels heel gewoon. Elk ziekenhuis heeft een elektronisch patiëntendossier met een onderdeel 'mijndossier' waar de patiënt zijn of haar eigen gegevens kan inzien.

“Door inzichten in data kan zorg beter en sneller. Dat levert onder andere betere zorg op voor de acute beroerte zorg.” — Podcast van BNR Nieuwsradio van 
maandag 5 februari 2018

Domotica ligt in de doe-het-zelf-winkel, het exo-skelet is er gekomen en de eerste zorgrobots zijn operationeel. Allerlei vormen van telezorg zijn niet meer weg te denken uit het zorgaanbod, zowel in de ziekenhuis-gerelateerde zorg als in de zorg voor chronisch zieken. “Arts maakt hartfilmpje met mobiel”, zo kopt het Nederlands Dagblad van maandag 5 februari 2018.

Terugblik
Al voor het einde van de verkenning was ook de deelnemende thuiszorgorganisatie over op email. Toch heeft de inzet van technologie niet kunnen voorkomen dat vraag en aanbod in de zorg momenteel uit balans zijn, juist voor de groep kwetsbare ouderen. Anders dan we dachten blijken niet alle patiënten zo lang mogelijk thuis te willen blijven wonen. En daarbij komt: het kan niet altijd en dit leidt dan ook tot onwenselijke situaties. Op 7 februari lezen we in het dagblad Trouw:

Niet voorzien
“In de toekomst beschikken steeds meer gezinnen over een ‘telefoonterminal’, een combinatie van een computer en een telefoon. Communicatie is mogelijk door middel van spraak (zoals de telefoon) maar ook via bewegend beeld (videotelefoon), en data (emails, maar ook medische gegevens”, zo lezen we op pagina 299 van het boek. Kennelijk was er ten tijde van de verkenning al wel behoefte aan een smartphone-achtige applicatie, toch was de opkomst en snelle inburgering daarvan in 2002 nog niet voorzien. Het zijn vooral generieke technologische ontwikkelingen, zoals miniaturisering, snelle draadloze verbindingen, portals, plaatsbepaling en spraakherkenning, die veel sneller dan we voorzagen allerlei vormen van telezorg gewoon hebben gemaakt.

Lessen
De kracht van de STT-aanpak zit in het bijeen brengen van maatschappelijke spelers die elkaar doorgaans niet treffen. Deze werkwijze past precies bij het inzicht uit innovatiestudies dat technologische ontwikkeling en maatschappij elkaar wederzijds vormgeven in een proces van co-constructie. Doordat de diverse actoren elkaar leren kennen ontstaat begrip voor elkaars wereld en daardoor zicht op nieuwe kansen. Eén van de deelnemers aan de verkenning, business developer bij TNO, vertelde mij jaren later: “Als ik bij klanten uit het mkb op bezoek ging stuurde ik ze altijd vooraf de inleiding van deze verkenning. Het is voor hun een eye-opener om te lezen hoe de zorg georganiseerd is en met welke sociaal-psychologische en organisatorische randvoorwaarden ze rekening moeten houden als ze technologie voor de zorg ontwikkelen.”

STT66 Zorgtechnologie; Kansen voor innovatie en gebruik (2002)