Energie voor Energie

Een laatste berichtje voordat ik een nieuw avontuur inga. In de colofon van de publicatie ‘En toen was er licht’ – waarmee ik de verkenning naar de toekomst van energie heb afgesloten – staat te lezen dat de projectleider (ik dus) ongeveer 596 tosti’s heeft moeten eten voor het uitvoeren van dit project. Leuk getal natuurlijk, maar waar is dit op gebaseerd? Hieronder de ruwe berekening die ik hiervoor gebruikt heb:

Datum 20 september 2017
Auteur STT

Heel veel tosti’s

Als vrouw van 33, 60 kilo met een lengte van 1,64 meter (data die nu dus voorgoed op internet te vinden zal zijn…) is mijn energiebehoefte volgens deze site bij gemiddelde inspanning 1860 kcal per dag. Bij rust (slaap) is dat 1368 kcal per dag, ik verbruik dus (1368 kcal / 24 uur x 8 uur) 456 kcal in mijn slaap en de rest van de dag (1860 kcal – 456 kcal = 1404 kcal / 16 uur) 88 kcal per uur. Als we ervan uit gaan dat ik gemiddeld 8 uur per dag heb gewerkt dan heb ik (88 kcal x 8 uur) 702 kcal per werkdag verbrand.

Ik heb heel 2016 en in 2017 tot en met september gewerkt. Voor 2016 zijn dat (52 weken x 5 werkdagen – 30 vakantiedagen) 230 werkdagen. Voor 2017 zijn dat (52 weken / 12 maanden x 9 maanden = 39 weken x 5 werkdagen – 22 vakantiedagen) 172 werkdagen. In totaal heb ik dus (230 + 172) ongeveer 402 werkdagen gehad. Als we daar wat ziek- en feestdagen van af halen komen we uit op ongeveer 390 werkdagen.

Dat betekent dat ik dus (702 kcal x 390 dagen) 273.780 kcal gebruikt heb tijdens het werken aan dit project. Als we er vervolgens vanuit gaan dat een tosti 459 kcal bevat. Dan heb ik ongeveer (273.780 / 459) 596 tosti’s moeten eten voor dit project.

Nog veel meer tosti’s

Uiteindelijk is er natuurlijk nog veel meer energie gaan zitten in dit project. Als projectleider stopt het werk niet altijd na 8 uur werken en richting het eind heb ik ook weleens wat minder uurtjes slaap gehad. Daar komt bij dat ik het werk natuurlijk niet alleen gedaan heb. Er zijn ook flink wat tosti’s verbrand door mijn collega’s die mij geholpen hebben tijdens discussies, tips gaven en uren aan de redactie gezeten hebben. Ook de leden van de stuurgroep en deelnemers aan de workshops hebben tosti’s ingezet. Als laatst zijn er ook thuis mensen geweest die tosti’s hebben ingebracht. Hier ben ik ze dan ook allemaal dankbaar voor!

Het was ooit het plan om een nog uitgebreidere berekening te maken van de energie die er nodig is geweest voor dit project. Hoeveel energie ik verbruikt heb door zo’n vier keer per week van Heerhugowaard naar Den Haag te reizen, en het energieverbruik van de stuurgroep- en workshopdeelnemers om naar Den Haag te reizen. De energie die de computers verbruikten en hoeveel het qua energie kost om een publicatie te drukken en een film te maken. Deze berekening gaat maar door en door. Daarom heb ik het maar gehouden bij 596 tosti’s.

Dit zullen echter niet de laatste tosti’s zijn die ik verbrand voor het onderwerp energie. Door deze studie ben ik er nog meer van overtuigd dat de klimaatverandering een van de grootste uitdagingen is die wij moeten zien te voorkomen en de een energietransitie naar een emissievrij energiesysteem is hiervoor noodzakelijk om een fijne leefbare toekomst te hebben. Ik zal me dan ook blijven inzetten voor deze toekomst en nog heel wat tosti’s verbranden om zo veel mogelijk bij te dragen aan deze nieuwe toekomst van energie. Natuurlijk hoop ik dat u na het lezen van de publicatie ‘En toen ging het licht aan…’ ook overtuigd bent dat er verandering nodig is én mogelijk is en dat u net zoveel tosti’s gaat besteden om tot een mooie toekomst te komen met heel veel duurzame energie!