Rein Willems: 'Als je mensen over de toekomst laat praten, worden ze enthousiast'

‘Een halve eeuw, mooi hè? En springlevend,’ dat zijn de eerste woorden van Rein Willems bij aanvang van het interview. Rein was van 2011 tot en met 2017 voorzitter van STT. Hoog tijd voor reflectie.

Date May 31st 2018
Author STT

Hoe bent u bij STT betrokken geraakt?
‘In 2004 was ik president-directeur van Shell Nederland. Shell was een van de oprichters van STT en ik merkte dat de belangstelling van mijn voorgangers voor STT was verminderd. Bestuursvergaderingen werden vaak niet bijgewoond of gedelegeerd. Ik vond dat Shell een meer actieve rol bij STT moest vervullen en woonde vanaf die tijd de vergaderingen van het Algemeen Bestuur bij. Een paar jaar later trad ik toe tot het Dagelijks Bestuur van STT.'

'In mijn Shell-tijd raakte ik ook betrokken bij de Avond van de Wetenschap, opgericht door Mickey Huibregtsen. Een avond per jaar wordt in de Ridderzaal de wetenschap “gevierd” met een diner waarbij de brengers en de ontvangers van de wetenschap aanwezig zijn: 150 jonge academici van alle universiteiten en vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, politiek, kunst en cultuur. Daarnaast worden de “denkers” uit die sectoren uitgenodigd. De wetenschappers vertellen aan hun tafel iets over hun werk en dat levert discussie en hopelijk ook nieuwe inzichten op. In 2006 werd ik voorzitter van dit evenement. Wiebe Draijer was voorzitter van STT. Wij kenden elkaar goed, raakten op een gegeven moment in gesprek en bedachten om van functie te wisselen. Het STT-bestuur ging met deze move akkoord dus werd Wiebe Draijer in 2011 voorzitter van de Avond van de Wetenschap en ik van STT.'

Rein Willems, voorzitten STT van 2011 tot 2017
'Na mijn pensionering ging ik de politiek in' — Rein Willems

;Ik voelde mij altijd al aangetrokken tot organisaties die zich bezighouden met technologische ontwikkelingen en dit in de samenleving kenbaar maken. Ik vind het onbegrijpelijk dat er in Nederland, met name in politieke en leidinggevende kringen, zo weinig mensen rondlopen die enig verstand van techniek hebben. Dit gegeven motiveerde mij om daar na mijn werkzame leven iets aan te doen. Daarom ging ik na mijn pensionering de politiek in en was ik een paar jaar senator voor het CDA. In die tijd was ik betrokken bij het Topsectorenbeleid en in het bijzonder de topsector Chemie. Van daaruit werkte ik mee aan het masterplan Bèta & Techniek van de overheid. Doel hiervan was om meer mensen bèta opleidingen te laten doen.’


Is er voldoende technologische kennis in Nederland?
‘Uit onderzoek blijkt dat kinderen van vijf tot zeven jaar het meest openstaan voor ontwikkelingen en techniek. Leg je dan niet de zaadjes voor die belangstelling, dan ben je feitelijk al te laat. Gevolg: de keuze voor alfavakken is snel gemaakt. Ik had een discussie met een voorman van de FNV. Die vertelde dat de helft van de mensen die een technische opleiding volgt, later iets anders gaat doen. En…? Was mijn vraag. Technische studies zijn moeilijk, veel moeilijker dan bijvoorbeeld een rechten- of communicatiestudie. We moeten studenten zoveel mogelijk uitdagen door opleidingen op hoog niveau aan te bieden. Gaan ze dan niet de technische kant op, dan hebben ze wel die bagage.'

'In Nederland doen 2,5 op de tien personen een technische opleiding. In de ons omringende landen is dat vier op de tien. Niet zo vreemd dus dat er in de Tweede Kamer gemiddeld maar een paar mannen en vrouwen zitten met een technische achtergrond. De grootste fout die we in Nederland hebben gemaakt, is het afschaffen van de ambachtsschool. Sommige mensen kunnen nu eenmaal niet goed leren, maar zijn wel geweldig met hun handen. Gelukkig komt er weer meer aandacht voor de gewone vakman. Die moeten we niet opleiden voor de vakken van gisteren, maar voor de vakken van de toekomst. Ik realiseer mij dat dit niet altijd eenvoudig is. Je loopt in het onderwijs achter de feiten aan, maar door verbindingen te leggen met het bedrijfsleven, krijg je input waarvoor je de mensen opleidt. Kijk naar de samenwerkingen tussen de regionale Centers of Excellence en Centers voor Innovatief vakmanschap en de leer-werkbedrijven. Dat werkt. Het is nog steeds een groot probleem om aan technici te komen. En dat terwijl de technologische ontwikkelingen nog lang niet zijn uitontwikkeld. Je ziet nu dat in de hele IT-sector revolutionaire omwentelingen gaande zijn. Kijk maar naar hoe we nu bankieren. Dat is niet meer te vergelijken met hoe we dat twintig jaar geleden deden. Daar zit een morele uitdaging aan en dat realiseren wij ons niet altijd, zeker niet als er zo weinig verstand van die technologie is.'

'Belangrijk dat STT ontwikkelingen op ICT-gebied goed voor het voetlicht brengt.'

'In mijn Shell-tijd was ik ook lid van het innovatieplatform dat is ingesteld door de regering-Balkenende. Uit dat platform is het Topsectorenbeleid voortgekomen. Negen sectoren die de komende twintig jaar een belangrijke rol in ons land gaan spelen. Innovatie is er daar een van. Ik vind dat dat nog gestimuleerd kan worden. Kijk naar de Verenigde Staten. Veel, zo niet alle IT-ontwikkelingen zijn daar ontstaan vanuit het Ministerie van Defensie. Dat betekent dat wij de overheid hierin een rol kunnen laten spelen.’

Welke rol speelt STT daarbij?
‘Ik vind het ongelooflijk belangrijk dat STT goed zicht houdt op welke kant de technologische ontwikkelingen in de verschillende sectoren opgaan. De eerste jaren van haar bestaan had STT uitsluitend een relatie met de ministeries van OCW en EZ. Later is dat met andere ministeries uitgebreid. Zij vroegen ook of STT over bepaalde onderwerpen een toekomstverkenning wilde uitvoeren. Zo kreeg STT van het Ministerie van Justitie destijds het verzoek een quick scan uit te voeren naar de toekomstige ontwikkelingen van fraude. Momenteel is ook een vertegenwoordiger van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het Algemeen Bestuur van STT verbonden. We gingen de afgelopen tien jaar van vijftien naar zestig AB-leden. De IT-sector was destijds niet vertegenwoordigd in het STT-bestuur. Dat is inmiddels anders. Het is belangrijk dat STT ontwikkelingen op ICT-gebied goed voor het voetlicht brengt. Niet als bedrijfsinformatie, maar als ontwikkeling in de samenleving: wat gaat er in de toekomst gebeuren, wat zijn de vragen die erachter zitten.’

Vindt u dat er voldoende met de resultaten van de STT-verkenningen wordt gedaan?
‘De verkenningen zijn de kern van het werk. STT voert regelmatig een horizonscan uit. Daar onderzoeken ze op welke gebieden zij zich moeten richten. Dat doen ze met een zo breed mogelijke groep. Niet alleen het Algemeen Bestuur, maar ook mensen van bedrijven die (nog) geen lid zijn van STT. Als je mensen over de toekomst laat praten, worden ze enthousiast. We zijn het hebben van toekomstbeelden een beetje kwijt geraakt. We leven en regeren met de dag van morgen. Ook in de politiek kijken we niet verder dan vier jaar. Zo wordt er momenteel uitvoerig gesproken over de uitbreiding van de luchthaven Schiphol naar Lelystad. Echter, niemand spreekt over een echt toekomstbeeld, te weten een luchthaven in de Noordzee met een hyperloopverbinding naar de Randstad.'

'Mede op basis van de horizonscan kiezen het Dagelijks Bestuur, de directeur STT en het Algemeen Bestuur, een onderwerp voor een verkenning. Daar zoeken ze een projectleider bij en die stelt een stuurgroep samen. Die stuurgroep moet de projectleider uitdagen, stimuleren en coachen. Ik moet toegeven dat er tot op heden misschien nog te weinig is gedaan aan het borgen van de uitkomsten van de verkenningen. Zorgen dat het geïnstitutionaliseerd kan worden of dat iemand het oppakt om het verder uit te werken. Daar moet STT de komende tijd nog meer aandacht aan besteden. Dat wil niet zeggen dat er niets met de verkenningen is gedaan. Verre van dat. De verkenningen zijn meer dan boekjes die in de kast van de ontvangers verdwijnen. Ik denk dat er meer mee wordt gedaan dan in het verleden. Mooi voorbeeld hiervan is de verkenning STT 72 Deus et Machina die in 2008 is afgerond met Michiel van Well als projectleider. De studie handelde over technologie en levensbeschouwing en is door bepaalde instituten opgepakt, zoals de Noaber Foundation van de familie Baan. Michiel van Well voerde naar aanleiding van zijn verkenning bij de Noaber Foundation als projectleider een ander project uit. En de quick scans over ICT en fraude uit 2012 en 2015 zijn sterk geborgd bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.'

'De projectleiders doen meestal twee verkenningen. Daarna gaan ze veelal buiten STT verder en dan functioneren ze ook absoluut als ambassadeurs van de organisatie en van de verkenningen. Je moet ook niet je hele leven toekomstverkenningen uitvoeren. Natuurlijk verliest STT dan weer wat kennis, maar dat is geborgd via de directeur.’

Wat gaat er de komende vijftig jaar op technologisch gebied gebeuren?
‘Technologische ontwikkelingen staan niet stil. Ik denk dat de aandacht ervoor in de samenleving groeit. Het is noodzakelijk om als Nederlandse samenleving bij te blijven en mee te kunnen in de ontwikkelingen. Doen we dat niet, dan loopt Nederland behoorlijke risico’s om de boot te missen. Onze economie is gebaseerd op kennis en kunde. Kijk naar Brainport Eindhoven en wat er allemaal op de Technische Universiteiten Delft en Twente wordt ontwikkeld.'

'We gaan de technologie zeker omarmen, mits we er open over communiceren.' — Rein Willems

'Ik verwacht dat er grote ontwikkelingen komen op het gebied van biobased chemie en op het gebied van robotisering en kunstmatige intelligentie. En verder vragen klimaatuitdagingen in de wereld om oplossingen. Oplossingen die stuk voor stuk een technologische input moeten hebben. Het is te simpel om te veronderstellen dat we de problemen in de wereld kunnen oplossen door olie en gas snel af te schaffen. De mens is gewend energie te gebruiken.

We moeten dat op een manier doen waardoor we geen of veel minder CO2 uitstoten. Daar zijn oplossingen voor, maar er is nog geen bulletproof antwoord. Ik ben er wel van overtuigd dat er met de rijke geest van mensen dingen gaan gebeuren waarvan driekwart van de samenleving niets zal begrijpen. Maar dat is toch niet erg? We gaan die technologie zeker omarmen, mits we er heel open en in alledaagse taal over communiceren. En mensen meenemen in het feit dat overal risico’s aan zijn verbonden. Een risicoloze samenleving is nu eenmaal niet te realiseren. En is saai. De mens is creatief, zoekt grenzen. Gelukkig maar.’


Wat wenst u STT toe?
‘In ieder geval frivoliteit. Ik adviseer ze vrolijk te blijven nadenken over de interessante dingen die gebeuren. Blijf onbevangen en kijk met optimisme naar nieuwe mogelijkheden. Er gebeuren ongelooflijk boeiende dingen en dat maakt het leuk voor jongeren om bij STT aan een studie te werken.’