Een oceaan vol mogelijkheden

Wereldwijd zijn er circa drie miljard mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk van oceanen. Dat brengt bedreigingen met zich mee zoals overbevissing, verstoring van mariene ecosystemen door grondstoffenwinning, het dumpen van afval, etc. De oceaan levert voedsel en grondstoffen, maakt wereldwijd transport mogelijk en heeft grote invloed op de natuurlijke mondiale systemen, zoals ook het klimaat. Hoe zal dat in 2050 zijn?

Date June 21st 2016
Author

Voorwoord

door: Hans Huis in ’t Veld, Boegbeeld Topsector Water

Wanneer ik met mijn zeilboot over de zeeën vaar, ben ik mij bewust van de uitgestrektheid en de schoonheid van het water. Op het water geniet ik met volle teugen. De zee en oceaan betekenen veel voor mij als persoon, hier kom ik tot rust. 

Maar ook voor de mensheid zijn meren en oceanen van onschatbare waarde. Al eeuwenlang bieden ze ons voedsel, voorzien ze ons van zoet water en gebruiken we ze om handel te drijven met andere volkeren. Telkens weer vinden we nieuwe manieren om water in te zetten; zo is de winning van hernieuwbare energie uit de oceaan in opkomst. De komende decennia zal door de groei van bevolking en van welvaart de vraag naar voedsel, grondstoffen en energie wereldwijd toenemen. We gebruiken onze natuurlijke wateren steeds intensiever: grote vissersvloten die steeds meer vis kunnen vangen, diepzeerobots om op de diepe oceaanbodem grondstoffen te delven, en steeds meer boorplatforms. 

De oceaan is enorm, maar niet onuitputtelijk. Tijdens mijn zeilreizen kom ik geregeld in aanraking met vervuiling in de vorm van drijvend plastic. Maar ook onzichtbare vormen van vervuiling en schade aan het ecosysteem zijn aan de orde van de dag. Hier ligt een enorme uitdaging: hoe kunnen we de oceaan benutten voor ons welzijn en onze welvaart, maar deze tegelijkertijd behouden voor toekomstige generaties? 

Laten we deze vraag niet zien als een bedreiging, maar vooral als een kans voor Nederland, Europa en de wereld. Als boegbeeld van de Topsector Water kom ik dagelijks in aanraking met de innovatiekracht van de watersector, waaronder maritieme technologie. Maar ook in andere sectoren, Voorwoord zoals visserij, agrocultuur, energie en oceanografisch onderzoek zijn er tal 5 van instituten en bedrijven te noemen die met de nieuwste technologieën internationaal vooroplopen. Duurzame technologieën moeten we inzetten om de oceaan te gebruiken voor ons welzijn en onze welvaart wereldwijd, terwijl we tegelijkertijd de blauwe, fascinerende wereld in goede gezondheid houden. 

Naast technologie is ook onze expertise op het gebied van governance niet te onderschatten. De lange historie van het poldermodel en onze huidige ervaringen met het uitvoeren van ingewikkelde gebiedsprocessen, zoals het ‘Ruimte voor de Rivieren’-project. Deze hebben ons veel ervaring gegeven met het samenbrengen van verschillende sectoren, en het rekening houden met de onzekere toekomst bij het opstellen van beleids- en gebiedsplannen. Deze kennis kunnen we inzetten in het internationale debat om afspraken te maken over de vraag hoe we wereldwijd willen omgaan met de oceaan. Daar is namelijk nog een grote stap te zetten. 

We hebben in Nederland dus veel te bieden, maar daarvoor moeten we wel onze krachten bundelen. Daarom ben ik blij met de totstandkoming van deze STT-publicatie. Een groot netwerk van kennisinstituten, ministeries, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven is samengekomen om te discussiëren over de vraag: hoe kunnen we in 2050 de oceaan op duurzame wijze gebruiken om wereldwijd het welzijn en de welvaart te verhogen? Het resultaat van deze discussie heeft u nu in handen. 

De toekomstbeelden die in dit boek worden gepresenteerd geven stof tot nadenken. Hoe gaan technologie en duurzaam gebruik van de oceaan samen op het gebied van voedsel, grondstoffen en energie? Kan de oceaan in de toekomst bijdragen aan het omgaan met de effecten van klimaatverandering? Welke afspraken kunnen we internationaal maken om ervoor te zorgen dat de oceaan in de toekomst gezond blijft? Wat zijn de gevolgen als we op de oceaan gaan wonen? 

Ik hoop van harte dat dit boek niet het eindpunt is van een interessante verkenning, maar juist het begin van een brede nationale én internationale discussie. Alleen door met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken komen we verder. Dan zie ik met vertrouwen een oceaan vol mogelijkheden.

Samenvatting

Wat is de rol van de oceaan in 2050? Is het een onleefbare, leeggeviste en – als we het over grondstoffen zoals olie en zeldzame materialen hebben – uitgeputte onderwaterwereld die voortdurend voor militaire conflicten tussen landen zorgt? Of is de oceaan onze bondgenoot? Een bondgenoot die helpt om de tegen die tijd negen miljard mensen te voeden en die ons allerlei diensten levert zonder ooit uitgeput te raken. Een bondgenoot die ons helpt om te gaan met de effecten van klimaatverandering. Dit boek bevat ideeën voor hoe de toekomst van de oceaan er uit zou kunnen zien en wat we nu kunnen doen om die te bewerkstelligen. Want keuzes van nu kunnen grote gevolgen hebben voor de toekomst. En door nu niets te doen veroorzaken we mogelijk problemen die voor volgende generaties misschien niet eens meer op te lossen zijn. Gelukkig is er nog tijd. Er zijn visies en ideeën om te komen tot een duurzaam gebruik van de oceaan. En nieuwe technologie maakt steeds meer mogelijk. Het is tijd om de handen ineen te slaan. Wereldwijd. 

Anno 2016 bedekt de oceaan 71% van het aardoppervlak. De wereldwijde zuurstofproductie wordt voor 70% geleverd door algen aan het oceaanoppervlak . De oceaan levert voedsel en grondstoffen, maakt wereldwijd transport mogelijk en heeft bovendien grote invloed op de natuurlijke mondiale systemen. Hoe zal dat in 2050 zijn? De centrale vraag van de STT-verkenning Een oceaan vol mogelijkheden was: hoe kan de oceaan in 2050 bijdragen aan de levering van natuurlijke hulpbronnen en het omgaan met de effecten van klimaatverandering, onder voorwaarde van behoud en duurzaam gebruik van de oceaan? 

De nadruk ligt in dit boek op technologie en governance. De oceaan is de drijvende kracht achter grote en belangrijke systemen zoals het klimaat, de waterkringloop en de koolstofkringloop. Wereldwijd zijn er ca. drie miljard mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk van de oceaan. Dat brengt ook bedreigingen met zich mee, namelijk overbevissing, verstoring van mariene ecosystemen door grondstoffenwinning, afvaldumping, enz. De oceaan heeft een bufferwerking voor warmte en CO2, maar de opwarming van het oppervlaktewater (0,7 ºC samenvatting in de afgelopen 100 jaar) heeft nu al gevolgen voor bepaalde vissoorten. 9 Overexploitatie en opwarming vormen de twee belangrijkste bedreigingen, gevolgd door habitatdegradatie, verzuring en vervuiling.

Door de ontwikkelingen in onder meer sensor- en informatietechnologie en robotica worden steeds meer ongerepte gebieden bedreigd door commerciële activiteiten. Deze technologie helpt echter ook om het mariene ecosysteem beter te leren begrijpen. Sensoren kunnen bijvoorbeeld helpen bij de identificatie van specifieke vissoorten, zodat de bijvangst van andere soorten minimaal blijft. Ook andere technologieën en materialen beloven veel, zoals robotica (nu al gebruikt voor het aanleggen van pijpleidingen op de oceaanbodem) en biotechnologie (productie van medicijnen en enzymen door mariene organismen). In de top 5 van technologieën die volgens experts een grote rol zullen spelen in de exploratie, exploitatie en monitoring van de oceaan in 2050 vinden we dan ook robotica, sensortechnologie, informatietechnologie, deep sea mining-technologie en transporttechnologie terug. 

Hoe kan de oceaan in 2050 bijdragen aan de levering van natuurlijke hulpbronnen en het omgaan met de effecten van klimaatverandering, onder voorwaarde van behoud en duurzaam gebruik van de oceaan? De workshops in deze verkenning leidden tot verschillende oplossingen. Sommige daarvan zijn al in ontwikkeling, andere zijn voor de toekomst. De groeiende wereldbevolking vraagt om steeds meer voedselproductie. De oceaan kan bijvoorbeeld algen en wieren leveren. Oceaanboerderijen maken straks de visvangst met sleepnetten overbodig. Deze boerderijen werken met een (bijna) gesloten kringloop. 

De oceaan is rijk aan grondstoffen. Landen zullen door de geopolitieke situatie (grondstoffen in instabiele landen) steeds vaker op zoek gaan naar andere bronnen. De oceaan bevat vrijwel alle elementen uit het periodiek systeem. Winning daarvan verstoort echter het mariene ecosysteem. Een mogelijke oplossing is low impact deep sea mining. Maar hoe gaan we dat regelen en vooral handhaven? 

Veel experts denken dat we in 2050 zijn overgestapt op hernieuwbare energie en dat er geen of nauwelijks olie- en gaswinning meer zal plaatsvinden. Ook hier kan de oceaan een rol spelen door de winning van zonne-, getijden-, stromings- en windenergie. Door de energiewinning zoveel mogelijk te koppelen aan het gebruik (daar gebruiken waar het wordt gewonnen, namelijk op de oceaanboerderij of het offshore Een ocaan vol mogelijkheden 10 platform) wordt transport voor dit deel overbodig. Het vinden van betaalbare oplossingen voor transport naar land en voor opslag van de hernieuwbare energie is echter nog een grote uitdaging. 

Winning van hernieuwbare energie op de oceaan betekent dat de uitstoot van broeikasgassen vermindert. Sterker nog, door energietransport over de oceaan te verduurzamen, de CO2-voetafdruk van de voedselproductie te verkleinen en de sluiting van de productieketens kunnen we de CO2- uitstoot door menselijke activiteit misschien wel tot nul reduceren. 

Klimaatverandering is op termijn niet tegen te houden. We zullen dus moeten nadenken over klimaatadaptatie. Als sommige gebieden op aarde straks onleefbaar worden, maar de energie bijna gratis is, dan wordt bijvoorbeeld zoetwaterproductie op grote schaal door ontzilting interessant, zeker als we het resterende zout gebruiken als bouwmateriaal (dat kan – zie p. 81). Sommigen denken dat de oplossing te vinden is in geo-engineering, onder meer door de bufferfunctie van de oceaan voor CO2 te vergroten, maar het is wellicht ook een idee om de koolstof te binden tot vezels (zie p. 75). 

Voor duurzaam beheer en gebruik van de oceaan in 2050 zijn wereldwijde afspraken nodig over eerlijke verdeling van de natuurlijke hulpbronnen. We moeten daarbij denken aan governance van de oceaan als geheel. Niet alleen door overheden, maar ook door de burger. Een oplossing kan liggen in een internationaal orgaan dat via internationale wet- en regelgeving verantwoord gebruik van de oceaan afdwingt, maar dit lijkt zeker op korte termijn niet haalbaar en vraagt bovendien om een mondiaal monitoringsysteem en een mondiale kennisontwikkeling en handhaving. Mondiale governance van de oceaan lijkt de aangewezen weg, niet alleen voor duurzame exploitatie van de oceaan, maar ook om een grootschalig militair conflict als gevolg van een ongecontroleerde grondstoffenrace te voorkomen. Als alle landen vertegenwoordigd zijn in een Open Ocean Council die bijvoorbeeld concessies kan uitgeven, kan deze daarbij rekening houden met de arme landen. Een Ocean Bank kan duurzaam gebruik van de oceaan stimuleren, terwijl een Oceaankadaster over eigendomskwesties gaat. 

Het toekomstbeeld Ocean City (Hoofdstuk 8) geeft een voorbeeld van een oplossing, drijvende steden, geheel zelfvoorzienend en duurzaam. Hierin kunnen veel van de technologieën uit de verkenning samenkomen, van stromingsenergie tot terugwinning van afval uit de oceaan. 

Voor voedsel zouden er oceaanboerderijen kunnen komen, terwijl de 11 visvangst door de Open Ocean Council streng gereguleerd zou moeten worden. Tenzij het echt niet anders kan moet deep sea mining vermeden worden, vanwege de te verwachten schade aan mariene ecosystemen.

De oceaan uitputten of juist helemaal met rust laten, het zijn twee mogelijke uitersten. De oplossingen in dit boek liggen eerder op de gulden middenweg.

Allereerst is nationale actie nodig om alle kennis en ideeën, versnipperd over verschillende stakeholders, te bundelen. Maar ook internationaal is actie hoog nodig, want het wereldwijde beleid en de wet- en regelgeving ten aanzien van de oceaan zijn al even versnipperd. De meeste winst is waarschijnlijk te behalen door de verschillende typen gebruik van de oceaan (voedsel, grondstoffen en energie) in projecten met elkaar te verbinden op één locatie. Dat vraagt om systeemintegratie. Nationale en internationale samenwerking zijn daarvoor essentieel.

Het is duidelijk dat de oceaan ons kan helpen bij de oplossing van de in deze studie centraal gestelde twee grote maatschappelijke uitdagingen van de komende 35 jaar, namelijk levering van natuurlijke hulpbronnen en het omgaan met de effecten van klimaatverandering, onder voorwaarde van behoud en duurzaam gebruik van de oceaan. Daar moeten we nú mee beginnen. Goede internationale afspraken en een mondiaal orgaan dat ook zorgt voor beleid, monitoring en handhaving; ze zijn nog ver weg. Maar als ze er komen dan is er een oceaan vol mogelijkheden.